Berg je pistool niet op, Alberto!

In navolging van Peter Sagan liet ook Alberto Contador zich onlangs verleiden tot een politiek correct statement. Mogelijk bergt hij zijn pistoolgebaar voorgoed op, om niemand voor het hoofd te stoten. Hopend op het tegendeel, nemen we Contadors strafste wielerprestaties in het vizier.

 

20150722-Pra Loup-France- Ronde van Frankrijk 2015 tijdens rit 17, de beklimming van Pra Loup.

22 januari 2005, Old Willunga Hill. Plof. In een zachte afdaling in de Ronde van Asturië gaat het licht opeens uit in het hoofd van de 21-jarige Alberto Contador Velasco. Vanuit een aangeboren vaatmisvorming in zijn hersenpan verspreidt zich een kil, verlammend gevoel. Alsof al het bloed plots uit zijn hoofd loopt. Contador tuimelt hulpeloos over het asfalt. De beelden van de door spasmen overmande renner gaan de wereld rond. De carrière van de belofte uit Pinto, die in 2003 als neoprof de tijdrit in de Ronde van Polen won, lijkt in mei 2004 na goed een jaar al voorbij. Kruis erover.

In alle anonimiteit werkt Contador echter hard aan zijn terugkeer. Zeven maanden na een levensreddende operatie wordt hij in november 2004 genezen verklaard. Manolo Saiz, de ploegleider van Liberty-Seguros, spreekt zijn vertrouwen in hem uit. Met bouten in het hoofd, de restanten van een schedelboring, herrijst Contador in 2005 als een feniks uit de as. Willunga wordt een wedergeboorte.

Het is zelden gezien hoe innig én uitzinnig de Spaanse ploegmaats Luis Leon Sanchez en Alberto Contador elkaar om de hals vliegen, na afloop van de koninginnenrit in de Tour Down Under. Klassementsleider Sanchez ontbindt zijn duivels op Old Willunga Hill, schudt een groep van 20 medevluchters af en krijgt Contador in zijn zog mee. De kloof is meteen geslagen. Met de meet in zicht grijpen beiden elkaar klauwend naar de schouders. Sanchez werpt die andere jonge twintiger kushandjes toe. Contador grijnst, en overschrijdt jubelend als eerste de meet. Een presentje van Sanchez, voor de man waar niemand nog op rekende.

 

29 juli 2007, Champs Elysées. Hemelsbreed is de glimlach van de frêle Spanjaard. Omringd door zijn ploegmaats van Discovery Channel is Contador de gele zonnekoning van Parijs. Zijn eerste eindzege in de Tour is felbevochten en welverdiend, maar heeft een gitzwart randje. Na de Festina-Tour van 1998 was het immers niet meer voorgevallen dat de Franse rittenwedstrijd zo bol stond van dopingperikelen. Dag na dag pakken de sportkaternen uit met vingerwijzingen, anonieme getuigenissen, geruchten en dopinggevallen. Enkele roerige dagen:

18 juli: Patrik Sinkewitz wordt uit koers gehaald, na een positieve testosteronplas tijdens een trainingsstage in juni.  24 juli, rustdag: Aleksandr Vinokoerov hangt. Na een imposante tijdritzege in Albi, drie dagen eerder, testte hij positief op lichaamsvreemd bloed. 25 juli: Cofidis-renner Christian Moreni had een opgeklopt testosterongehalte tijdens de etappe naar Montpellier. Op 25 juli neemt hij ’s ochtend nota bene nog deel aan een actie van het peloton tegen dopinggebruik. Bij de bekendmaking van het nieuws trekt de ploeg van manager Eric Boyer zich terug, een dag later wordt Moreni ontslagen.

Op de flanken van de Aubisque is gele trui Michael Rasmussen op 25 juli de betere van Levi Leipheimer en achtervolger Alberto Contador. Maar ook Rasmussen heeft boter op het hoofd. De soap rond zijn whereabouts eindigt niet met een cliffhanger, wel in een schorsing door zijn eigen Rabobank. De gele trui hangt, op een zucht van Parijs, plots rond de schouders van Contador.

In het mediacircus rond ‘Operacion Puerto’, dat tijdens de Tour op volle toeren draait, zoemt de naam Contador meermaals rond. Ook hij wordt verondersteld een vlieg te zijn in het web van Eufemiano Fuentes. Het Spaanse gerecht ziet in hem een kroongetuige en geen beschuldigde, maar de fluitconcerten stapelen zich op. De Spanjaard toont zich bijzonder gepikeerd. In de 14e etappe naar Plateau de Beille vechten Rasmussen en Contador een beklijvend duel uit. In de sprint is die laatste explosiever. Letterlijk. Contador schudt er voor het eerst een pistool uit duim en wijsvinger. ‘El Pistolero’ schiet zo dan wel op zijn criticasters, hij kan ze niet doen zwijgen.

Een week na de Tour beschuldigt de Duitse dopingexpert Werner Franke hem van dopinggebruik, als klant van Fuentes. De letters A.C. in het notaboekje van de sportarts leidden uiteindelijk tot niets. Aan het einde van het seizoen volgt Contador Johan Bruyneel naar het verguisde Team Astana.

 

21 september 2008, Plaza de Cibeles. Het goudgele amarillo van de leiderstrui weerkaatst de laatste zonnestralen op het jubelplein van Madrid. Viert Real Madrid een titel of beker, dan gebeurt dat op de Plaza de Cibeles. Grijpt een Spanjaard de eindzege in de Vuelta, dan loopt het volk er te hoop. Na Eddy Merckx (1973) en Giovanni Battaglin (1981) is Alberto Contador in 2008 nog maar de 3e renner die in de historische dubbel Giro-Vuelta slaagt. Dat het toen andere tijden waren (de Vuelta werd tot 1995 in het voorjaar gereden, bijna aansluitend op de Giro red.), is voor de feestende menigte van geen belang. Op zijn 25e staan alle Grote Rondes op Contadors palmares.

Of hij werkelijk heelder dagen op het strand lag met vrouwlief Macarena, dan wel de voorafgaande vakantieperiode gebruikte om zijn vorm aan te scherpen, is tijdens de Giro van 2008 voer voor discussie. Feit is dat de uitwassen van zijn ploeg Astana al sinds 2007 een doorn in het oog zijn van de grote organisatoren. De ploeg is een vervelling van Liberty Seguros, dat door toedoen van haar eigen ploegarts Fuentes in het brandpunt kwam te staan. In 2007 viel Vinokourov van zijn voetstuk, later volgde Kashechkin. In 2008 krijgt de ploeg, lid van de ProTour, aanvankelijk noch van ASO (Tour), noch van RCS (Giro) startrecht. Tot RCS in laatste instantie haar staart intrekt. Astana gaat in Palermo van start in de Giro. Contador ruilt zijn zwembroek in voor een lycra exemplaar. Winnen doet hij onderweg nergens, maar Riccò, Bruseghin, Pellizotti en Menchov rijden hem nergens los. In net geen 60 kilometer tegen de klok rolt Contador voor zichzelf de rode loper uit.

In Spanje ziet organisator Unipublic geen graten in de deelname van Astana aan de Vuelta, met topfavorieten Klöden, Leipheimer en Contador. Klöden valt uiteindelijk tegen met een 20e plaats in het eindklassement. Leipheimer grijpt de macht tijdens een lange tijdrit rond Ciudad Real en wint ook de klimtijdrit naar Alto de Navacerrada. Op de monsterlijke Angliru, met stijgingspercentages tot 23 procent, offert hij zich echter op voor kopman Contador. Die fladdert ook de dag nadien naar winst. Een voorsprong van 46 seconden op Leipheimer ontketent een volksfeest in Madrid.

 

26 juli 2009, Champs Elysées. L’histoire se répète (et surtout en France). De Tour van 2009 roept wrange herinneringen op aan die van 1986. In die editie is het hommeles binnen de rangen van La Vie Claire, de Franse superformatie waar 5-voudig Tourwinnaar Bernard Hinault en het Amerikaanse toptalent Greg Lemond voor aantreden. Hinault belooft bij de start dan wel om Lemond aan de zege te helpen, maar zal waar dat kan het bloed van onder diens nagels pesten. 23 jaar later is een Amerikaan met 7 Tourzeges bullebak van dienst. In september 2008 al maakte Lance Armstrong zijn comeback genoegzaam bekend. Als Astana-renner was hij in 2008 niet welkom in La Grande Boucle; in 2009 druipt de ambitie ervan af. Alberto Contador, ploegmaat en topfavoriet, moet het kind van de rekening worden.

Tijdens de tweede rustdag volgen enkele cameraploegen de renners van Johan Bruyneel tijdens een verplaatsing per trein. Armstrong keuvelt met enkele ploegmaats, gele trui Contador zit apart en kijkt weemoedig uit het raam. Getergd ook. Het lijkt hem niet meer te raken wat de Amerikaan allemaal over hem uitkraamt. Na de openingstijdrit in Monaco, waarin Contador enkel Cancellara moet voorlaten, speelt Armstrong onderweg naar het Zuid-Franse La Grande Motte haasje-over. In een van de meest aangrijpende waaieretappes van de afgelopen jaren zet hij Contador op 41 seconden. Hij, en niemand anders, is de te beschermen man; zo beaamt ook Bruyneel. Eén man, wie anders dan Contador, legt de ploegorders naast zich neer. Op weg naar Arcalis springt hij weg van zijn kopman en zet de jacht in op een achttal vluchters. Verschillende keren kijkt hij ostentatief, haast spottend om. Waar blijf je nu, oude Texaan?

Ondanks de forse tegenwind van Armstrong en Bruyneel zet Contador zijn wil koppig door. De toorn van zijn ploegmaats neemt hij erbij. In het gebergte doet hij het alleen. In de 15e etappe naar Verbier grijpt hij ritwinst en de gele trui. Die geeft hij extra glans door in een tijdrit over 40 kilometer om en rond Annecy verschroeiend uit te halen. Zelfs Cancellara moet nu de duimen leggen. Het feest in Parijs is er een van gemengde emoties. Contador haalt zijn gram, Armstrong ziet geen vuiltje aan de lucht.

 

24 augustus 2010, Pinto. Tijdens een haastig bijeengeroepen persconferentie staat Alberto Contador de wereldpers te woord. Het moment volgt enkele uren na een internationaal statement van de UCI, waarin het Contador officieel beschuldigt van dopinggebruik tijdens de jongste Ronde van Frankrijk. Een hoeveelheid clenbuterol van 50 picogram – of tienmaal cero na de komma – is daarvan het vermeende bewijs.

Contador roept zijn onschuld uit en verwijst naar een besmette biefstuk die hij op de dag van de bewuste dopingcontrole at. Toch is clenbuterol ook voor mensen een paardenmiddel. Het versnelt in een mum van tijd de vetverbranding en stimuleert de spieropbouw. Zowel L’Equipe, ARD als de New York Times pakken uit met een anonieme bron, die stelt dat in het bloed van Contador ook opvallende hoeveelheden plastic werden aangetroffen. Dat zou wijzen op een bloedtransfusie met lichaamseigen bloed, waarin de clenbuterol een restantje was van een vermageringskuur. Ondanks dat de aangetroffen hoeveelheid clenbuterol 400 keer lager ligt dan de richtwaarden, wordt Contador de hoofdrolspeler in een dopingverhaal met veel bochten. Eerst geschorst door de Spaanse wielerbond, later vrijgesproken door de tuchtcommissie, een beroepsprocedure van de UCI en het WADA tegen deze vrijspraak. De zaak wordt uiteindelijk over de Tour van 2011 getild.

Het verdict op 6 februari 2012 is hard. Na verschillende rondjes juridisch getouwtrek oordeelt het TAS (Tribunal Arbitral du Sport) dat Contador zich in 2010 bezondigd heeft aan dopinggebruik en legt het hem een schorsing van twee jaar op. Zijn zeges in de Tour van 2010 en de Giro van 2011 moet hij inleveren.

Door de terugwerkende kracht van zijn schorsing zit Contador in de zomer van 2012 opnieuw op de fiets. In de Vuelta schudt hij dat najaar alle opeengestapelde frustraties van zich af. Lange tijd lijkt zijn landgenoot Joaquim Rodriguez ongenaakbaar op Madrid af te stormen. Toch blijft Contador proberen, vaak met de moed der wanhoop. In de 17e etappe naar Fuente Dé voltrekt het mirakel zich dan toch. Contador ontsnapt vroeg, krijgt de steun van Alejandro Valverde en slaat leider Rodriguez terug. Met tranen in de ogen, knallend met zijn vingers, pakt Contador 2.0 zijn eerste overwinning. De rode leiderstrui geeft hij niet meer af.

 

Een bijdrage van Fran Herpelinck. Fotomateriaal: Gregory Van Gansen – www.sportafbeeldingen.be.

“Doping bij Astana? Onmogelijk! Ik durf er mijn twee handen voor in het vuur te steken”

Geen ploeg die de laatste maanden door dopingperikelen zo vaak in opspraak kwam als Astana. Onterecht volgens Laurens De Vreese. Met zijn verhaal over het wel en wee binnen zijn Kazachse team wil de 26-jarige Belg alle verdachtmakingen de kop indrukken.

10897875_622812864489501_5442975666331672417_nToen De Vreese vorige zomer zijn krabbel onder een eenjarige verbintenis plaatste, leek er nog geen vuiltje aan de lucht. Het nieuws over zijn opmerkelijke transfer deed bij velen echter de wenkbrauwen fronsen, maar na acht maanden heeft hij bewezen dat hij bij Astana op z’n plaats zit. “Ik voel me goed binnen dit team”, zegt hij. “Ik ben aangetrokken voor het Vlaamse werk en de verlenging van mijn contract (voor nog een jaar, red) wil toch zeggen dat de ploeg tevreden is over mijn prestaties. Bovendien is de sfeer binnen het team optimaal. Ik kan zelfs al enkele woordjes Russisch. Nazdrovje (proost, red) kende ik al voor ik hier arriveerde (lacht), maar uitdrukkingen zoals kákdelá (hoe gaat het, red) gebruik ik ondertussen haast dagelijks. Daarmee kan ik makkelijker met mijn Kazachse ploegmaats communiceren. Vreemd genoeg spreken ze beter Russisch dan de taal uit hun eigen vaderland. Op de bus wordt er ook veel gelachen. Kortom, de overstap naar Astana heb ik me nog geen enkel moment beklaagd.”

Duidelijke boodschap

Nochtans moet de azuurblauwe brigade al bijna een jaar zien te overleven in een storm van kritiek en dopinggeruchten. Alle tumult ontstond in het najaar van 2014. De ploeg was nog aan het nagenieten van de Tourzege van kopman Vincenzo Nibali toen Valentin Iglinsky plots positief testte op EPO. Toen enkele weken later ook zijn broer Maxim tegen de dopinglamp liep, veranderde de hemel in de hel voor de Kazachse WorldTourformatie. Hoewel beiden beklemtoonden dat ze zich op eigen houtje hadden gedopeerd, bleven insinuaties niet achterwege. Heerst er een dopingcultuur bij hen? En zouden er nog meer renners aan het goedje hebben gezeten? Teammanager Alexander Vinokourov, zelf ook geen onbeschreven blad op dopinggebied, kreeg sindsdien vooral dopinggerelateerde vragen onder de neus geschoven. Nadat ook drie belofterenners van het opleidingsteam betrapt werden, zette de kritische pers zijn heksenjacht in. Astana werd het zwarte schaap binnen het wielerpeloton. Dat moest ook De Vreese aan den lijve ondervinden. “Jammer genoeg zijn een heleboel negatieve reacties naar mijn hoofd geslingerd omdat ik voor dit team uitkom. (zucht) Dat deed pijn. Net omdat ik persoonlijk ijver om alles zo zuiver mogelijk te doen.”

Bovendien scheelde het niet veel of de vijf dopinggevallen kostten het team bijna zijn proflicentie. Uiteindelijk mocht Astana die toch behouden van de UCI. Echter onder strikte voorwaarden. Nog één dopingverhaal en de blauwhemden verliezen hun licentie. “Vanaf het begin werd ons de ernst van de zaak meteen duidelijk gemaakt”, verklaart de renner uit de buurt van Geraardsbergen. “Bij de eerste ontmoeting werden alle stafleden voorgesteld. Tot mijn verbazing waren dat meer dan 110 mensen. Alle renners kregen toen ook een duidelijke boodschap mee: ‘Voor doping is geen plaats binnen deze ploeg. Doe geen domme dingen, anders staan al deze mensen op straat.’ Vanuit het team ligt er dus wel degelijk veel druk op onze schouders om alles op een correcte manier te doen.”

10897857_630689950368459_2762694106299458186_n

Trello

Vooral tijdens de afgelopen Ronde van Italië kreeg het team van De Vreese het hard te verduren. Met vijf etappezeges en een tweede en derde plaats in de eindklassering, weliswaar op ruime achterstand van een ongenaakbare Alberto Contador, reed Astana een sterke Giro. Ongeloofwaardig sterk volgens de criticasters, die openlijk de geloofwaardigheid van de knalprestaties in vraag stelden. Voor Laurens De Vreese waren de machtsontplooiingen van zijn ploegmaats in de bergen helemaal geen verrassing. “Die jongens leven niet 110, maar 120 procent voor hun vak. Ze zijn een heel jaar met niets anders bezig dan zich voor te bereiden op drie weken afzien. Hun focus ligt volledig op zo’n grote ronde.”

Op de vraag wat nog meer het voor het grote verschil zorgt, geeft onze landgenoot de professionele werking van zijn ploeg als voornaamste argument. “Vanaf de eerste dag ben ik onder de indruk”, zegt de Astana-Belg. “Vooral onze trainingsbegeleiding is van wereldniveau. Om de renners daarbij te helpen, verplicht de ploeg ons om Trello te gebruiken. Via deze applicatie communiceert het team met de renners. We vinden er terug hoeveel we moeten trainen, tegen welke intensiteit en zoveel meer. Heel handig en ook nog eens transparant. Tijdens een trainingsstage moeten we onze gegevens inscannen. Zo weet iedereen van het team wanneer iemand op grote hoogte gaat trainen. Onmogelijk om te foefelen dus en ook nog eens makkelijk te controleren door de UCI. Ik ken weinig teams die op dergelijke professionele manier werken. En dat maakt het onderscheid met onze concurrenten.”

Zerotolerancebeleid

Daarnaast voert Astana een streng zerotolerancebeleid. Met een mogelijke intrekking van de licentie boven het hoofd en journalisten die alle bewegingen van de ploeg nauwgezet in het oog houden, kan de Kazachse formatie een nieuw dopinggeval binnen zijn rangen missen als kiespijn. Om zeker te zijn dat iedereen clean rijdt, hanteert Astana doorgedreven interne controles. “Nog nooit ben ik zoveel gecontroleerd als de afgelopen acht maanden”, beweert De Vreese. “Minstens twee keer per maand stond er iemand van de ploeg aan mijn deur voor een bloedcontrole. Geloof me, geen enkele ploeg in het peloton controleert zijn renners zo frequent. En daarbij kreeg ik ook nog geregeld onverwachte controles van de UCI. Op een bepaald moment heb ik mijn andere arm moeten geven omdat de ene al vol stond met naaldprikken van voorgaande controles.”

100% clean

In de ogen van De Vreese is er geen twijfel mogelijk. “Iedere Astanarenner fietst zuiver tot op de graat. Daarvoor durf ik zelfs mijn beide handen in het vuur te steken. Met de maatregelen die het team treft, is foefelen uitgesloten.” Toch blijft de buitenwereld erg wantrouwig. “En dat is heel spijtig”, vindt onze landgenoot. “De afgelopen achttien maanden zijn er bij AG2R ook drie positieve gevallen geweest, maar dat is nauwelijks in de pers gekomen. Hoewel de ploeg er alles aan doet om z’n imago te verschonen, blijft de pers ons viseren. Aan de renners om te bewijzen dat de goede resultaten wel degelijk op een zuivere manier werden behaald.”

 

Een reportage van de hand van Jeffrey Fierens. Foto’s Facebook-pagina Laurens De Vreese.

Michael Boogerd laat zijn licht schijnen over de Nederlandse Tourpretendenten

Geen Avondetappe meer straks op de NOS. De renners daarentegen zijn er wel klaar voor om er een lap op te geven. Maar naar welke Nederlanders is het straks uitkijken? Michael Boogerd, eind jaren 90 en begin jaren 2000 nog Nederlands hoop op een gele trui, zegt wat hij straks van zijn landgenoten verwacht. 

image-4714210Michael Boogerd: “De eerste dag kan het al prijs zijn voor Nederland. Als het op tijdrijden aankomt, moeten we nu kijken naar Tom Dumoulin en Tony Martin. Het parcours is iets beter geschikt voor de Duitser, meen ik. Uit die lange rechte stukken kan Martin wel voordeel halen. Maar Tom heeft het thuisvoordeel, hé. Dus, why not? Verder wordt het een lastige eerste week. De renners moeten over twee muren en dan komt er nog een aankomst bergop in Le Havre. Spannend, maar of het goed is voor de Nederlanders, dat durf ik te betwijfelen. Het wordt meteen bij de pinken zijn voor de klassementsmannen, dat wel. Dan denk ik vooral aan Robert Gesink, Bauke Mollema en Steven Kruijswijk. Die moeten zorgen dat ze niet te veel tijd moeten inboeten. En dan is er nog de kans op valpartijen. Die kunnen beslissen of je Tour slaagt of in de soep draait. Alle kopmannen worden goed omringd door knechten. Wie in vorm is, verliest gewoonlijk niet te veel tijd. Veel tijd verliezen gebeurt wanneer je valt, dus dat ze maar op hun fiets blijven zitten.”

“Het zal sowieso een heel nerveuze eerste week worden. Ik denk dat Kruijswijk wel iets filosofischer zal koersen die eerste dagen, dat hij zich wat meer zal laten uitzakken. Maar Mollema en Gesink kunnen zich dat geenszins veroorloven. Als je top tien wil rijden, moet je meteen vol aan de bak. Ik verwacht wel iets van LottoNL-Jumbo, maar naast Gesink zullen ook Laurens ten Dam en Wilco Kelderman ambitie hebben voor een mooi klassement. Die sterkte wordt hun grootste vijand, daar ben ik bijna van overtuigd. Was vorig jaar niet anders. Dat zag er niet erg professioneel uit. Je kan niet met drie man continu van voren willen zitten, slechts omringd door vijf helpers. Ik ben benieuwd hoe ze dat gaan oplossen. Maar hoe dan ook vind ik Kelderman nog te licht wegen. Ten Dam is daarentegen een moeilijk verhaal. Met Mollema vertrok er voor hem een concurrent bij LottoNL-Jumbo, maar met Gesink en Kruijswijk zijn er wel twee nieuwe gekomen. Ten Dam moet tonen dat hij beter is dan de anderen en dan zal hij zijn kans wel mogen gaan. De rivaliteit kan te groot worden in de ploeg en dat kan nefast worden. Goede afspraken zijn een must.”

Eerste twee weken

Michael Boogerd: “Er is de eerste week de kasseienrit, maar ik denk dat Lars Boom samen met Lieuwe Westra dan al in dienst zal moeten rijden van Vincenzo Nibali, de kopman bij Astana. afbeeldingVoor de rest zie ik geen Nederlanders vuurwerk maken. Of het moest Dumoulin zijn, als die het geel zou veroveren. Dan zetten ze bij Giant-Alpecin wellicht in op hem. Lukt dat niet, dan zet het
team zijn geld wellicht op de sprint met Marcel Kittel, als die er uiteindelijk bij is. In dat geval zullen we wellicht jongens als Koen de Kort, Roy Curvers, Albert Timmer en Tom Veelers voorin zien koersen. Maar dat is voor het voorbereidende werk. Voor een zege zullen zij nooit meespelen.”

“In de heuvelachtige tweede week zouden we misschien iets kunnen hebben aan Westra, maar ik vermoed echt dat die drie weken voor Nibali zal moeten koersen. Als de verschillen in het klassement dan al behoorlijk groot zijn, dan kunnen we misschien een succesje boeken met een uitval van Tom-Jelte Slagter, maar voor de rest schat ik het maar pover in. Het is moeilijk te voorspellen, je moet echt die eerste week afwachten.”

Klassement

Michael Boogerd: “Ik moet toegeven dat ik wel veel verwacht van Gesink. Als die zijn kopje kan leegmaken, is hij nog steeds een van de beste klassementsrenners ter wereld. Daar blijf ik bij. Top vijf in de komende Tour durf ik niet te voorspellen, maar top tien moet zeker kunnen. Kelderman moeten we voorlopig nog niet te veel belasten. Laat hem maar rijden en dan zien we wel waar hij uitkomt. De grote druk van een klassement moeten we hem nog wat besparen. Hij is nog maar 24, dus er is nog tijd. Op termijn zal hij wel meespelen voor de klassementen. Hij kan zich het beste spiegelen aan Nibali. Rustig groeien en pas alles op een grote ronde zetten wanneer hij voelt dat hij er helemaal klaar voor is.”

“Mollema rijdt zijn eerste jaar bij een ander team (Trek, red) en dat kan wat aanpassing vergen. Hij reed geen goeie Dauphiné, maar dat hoeft geen nadeel te zijn. Er waren in het verleden wel meer renners die het in voorbereiding slecht deden maar in de Tour toch top waren. Ik vermoed dat hij ook nu pas de puntjes op de i aan het zetten is tijdens een hoogtestage. Dat zal wel goed uitpakken. Ik verwacht hem in de frontlinie. Het wordt de moeilijkste Tour in drie jaar voor de Nederlandse klassementsrenners. Top vijf wordt voor wie dan ook aartsmoeilijk, maar het kan wel. Laten we hopen.”

Michael Boogerd is een van de initiatiefnemers van Roompot-Orange Cycling, een Nederlands opleidingsteam.