Gloednieuwe website!

Beste lezer van WielerVerhaal

De voorbije maanden hebben we het WielerVerhaal-project gestaag opgebouwd.

Omdat de bezoekersaantallen hard de hoogte ingaan, hebben we besloten om een nieuwe website te bouwen zodoende jullie blijvend mooie wielerverhalen te bieden en het toch nog overzichtelijk te houden. Dit gaat ook gepaard met een nieuw logo.

We hopen van harte dat jullie dit een geslaagde move vinden en dat jullie de verhalen blijven lezen en delen met jullie wielervrienden.

Je kan vanaf nu makkelijk surfen naar WWW.WIELERVERHAAL.COM.

logo-wielerverhaal-witopgroen

Tot snel!

De gepassioneerde WV-redactie.

Deze talentvolle jonge dames jagen hun veldritdroom na

Onder het motto ‘de jeugd is de toekomst’ stellen we u graag enkele beloftevolle veldritmeiden voor. Of beter gezegd, we laten deze jonge dames aan de hand van een aantal vragen zichzelf voorstellen, zodat u weet wie u straks in het oog moet houden als u naar de cross trekt. 

 

ShanaMaes2Shana Maes, 20 jaar, woont in Vorselaar

Hoe ben je begonnen met veldrijden?

“Ik ben opgegroeid in Vorselaar, naast de thuis van Bart Wellens. Ik volgde de cross natuurlijk op tv en vroeg op een dag aan mijn vader of ik ook eens mocht gaan crossen. Maar veldrijden is een relatief dure sport, en daarom stonden mijn ouders daar aanvankelijk weigerachtig tegenover. Op mijn 12e ben ik naar Bart gestapt om te vragen of hij mij kon helpen, en voilà. Hij heeft mij mijn eerste fietsje bezorgd.”

Wat spreekt jou aan in de sport?

“Het cyclocross heeft zijn eigen wereldje en heeft ook iets speciaals: in de bossen, over balkjes, dat soort dingen. Veel interessanter dan gewoon op de weg rijden.”

Heb je ook vriendinnen in de cross, nu je op een hoger niveau rijdt?

“Zeker. Met mijn ploegmaten kom ik goed heel goed overeen. Wij kunnen mekaar voor een wedstrijd ook aanmoedigen en op het gemak stellen. En ook buiten de ploeg zijn er veel meisjes met wie ik goed opschiet.”

Is het competitie het leukste aspect?

“Ja, toch wel. Daar doe je het uiteindelijk toch voor. De trainingen zijn zeker leuk en helemaal geen opoffering voor mij. Ik werk nu deeltijds en heb na de middag altijd vrij om te gaan trainen. Dat doet toch altijd wel goed, want anders verveel ik me snel. Maar het is wel zaak om die trainingen goed af te werken in functie van de wedstrijden.”

Shana MaesWelke soorten parcours rijd je het liefst?

“Ik hou van snelle en technische omlopen in het bos. Maar ik vind het niet erg als het geregend heeft en we door de wei of modderige stroken moeten ploeteren, want dat gaat me ook nog wel af. Het lopen doe ik eveneens graag, zandstroken zijn dus geen probleem.”

Welke crosswedstrijden rijd je het liefst? 

“Dat varieert van de weersomstandigheden, maar vooral de kleine crossen liggen me. Dat komt omdat ik het lastiger heb met grote hoogteverschillen. Ronse, Koppenberg en Baal zijn niet mijn ding, maar wel bijvoorbeeld Mol, Hoogstraten en Hasselt. Liever korte stukken steil klimmen dan lange hellingen.”

Wat zijn jouw belangrijkste wedstrijdresultaten?

“Ik werd vorig seizoen 9e op het BK op het loodzware parcours in Erpe-Mere. We reden toen 50 minuten over ocharme 3 rondjes. Toen heb ik beseft dat ik bij de betere Belgische cyclocrosssters behoor.  Dat betekende een klik in mijn hoofd, want die omloop was veel beter geschikt voor iets oudere en meer ervaren dames. Daarnaast heb ik een aantal toptienplaatsen gereden die ik niet had verwacht.”

Wat verwacht je van de komende maanden en jaren?

“Door een knieblessure heb ik heel juli in de lappenmand gelegen, waardoor ik pas in augustus ben begonnen aan de voorbereiding. Dat heeft me toch wel wat goede prestaties gekost. In het begin viel het goed mee, maar daarna heb ik daar de weerslag van gekregen. Nu valt het weer in zijn plooi, maar de ene week is de andere niet. Ik hoop me verder te ontwikkelen zodat ik binnen 5 jaar kan meedraaien aan de top.”

 

femkevdd Femke van den Driessche, 19 jaar, woont in Aalst

Hoe ben je begonnen met veldrijden?

“In Ternat, waar wij vroeger woonden, waren 2 jongens in onze straat die aan veldrijden deden en zo kregen mijn broers ook goesting om te crossen. Ik wilde ook, maar mijn vader vond het beter dat ik een echte meisjessport zou doen, zoals dansen. Uiteindelijk mocht ik dan toch eens een crossje meerijden in Nederland en won dat ook. Daarna was er geen houden meer aan.” (lacht)

Wat spreekt jou aan in de sport? 

“De spanning, die er toch altijd is. En ook de sfeer bij de supporters en het genot van de prestatie die je neerzet.”

Heb je ook vriendinnen in de cross, nu je op een hoger niveau rijdt? 

“Zeker! Voor en na de cross zijn veel rensters goede vriendinnen, maar je moet wel een klik kunnen maken eens je aan de start staat. Dan zijn de andere meisjes alleen nog concurrentie.”

Is competitie het leukste aspect? 

“Ik zou de sport niet beoefenen als er geen competitie zou bestaan. Nu kan ik me elke week meten met de anderen en checken of ik door de dagelijkse trainingen vorderingen maak of niet.”

Femkevdd2Welke soorten parcours en welke wedstrijden rijd je het liefst?

“Tot vorig jaar hield ik vooral van snelle parcours, maar sinds dit jaar vind ik ook de zwaardere omlopen leuk. Er is één parcours dat ik vorig jaar heel mooi en leuk vond:  Lille, een prachtige omloop. Voor mij moet het vooral droog zijn, ik hou echt niet van modderige omlopen, zoals in Gavere.”

Welke zijn jouw belangrijkste wedstrijdresultaten?

“Op de eerste plaats natuurlijk de Europese titel in Huijbergen dit seizoen. Die trui is veel meer waard dan een Belgische titel of welke wedstrijd dan ook waar je een eerste plaats rijd. Mijn Belgische titel bij de dames jeugd betekende ook veel voor mij. Ik heb daar toen veel voor getraind. Ik heb tot op de meet moeten blijven rijden, want ik had maar 20 seconden voorsprong. De twee topdrieplaatsen die ik bij de dames elite behaald heb, horen ook in het lijstje. Achteraf kreeg ik veel felicitaties en zoiets doet altijd enorm veel deugd.”

Wat verwacht je van de komende maanden en jaren?

“Ik hoop tot het einde van het seizoen op een goed niveau te crossen, maar dat valt af te wachten. Het zou heel leuk zijn om van mijn hobby mijn werk te maken. Ooit hoop ik een wereldtitel te behalen, dat is één van mijn kinderdromen. Maar het belangrijkste is dat ik er altijd plezier in houd.”

 

tessvanloy Tess van Loy, 14 jaar, woont in Vorselaar

Hoe ben je begonnen met veldrijden?

“Ik ging destijds met een paar vrienden mee naar een veldrit in Nederland en dat vond ik zo leuk dat ik ook een crossfietsje heb gekocht.  Ik ben dan in de Nederlandse bond WBVC gaan rijden.”

Wat spreekt jou aan in de sport? 

“Van kleins af aan vond ik het al leuk om in de modder te spelen en me vuil te maken en zo vind ik het dus ook leuk om in de modder te fietsen.” (lacht)

Heb je ook vriendinnen in de cross, nu je op een hoger niveau rijdt? 

“Ik leer elk seizoen meer en meer meisjes kennen. Natuurlijk is het in de wedstrijd ieder voor zich, maar daarnaast kom ik toch wel met heel veel meisjes goed overeen.”

Is competitie het leukste aspect? 

“Tijdens de wedstrijden kan ik echt mijn eigen ding doen. Dat vind ik wel het leukste, want op training mag je niet altijd voluit gaan.”

tessvanloy3Welke soorten parcours en welke wedstrijden rijd je het liefst?

“Ik rijd heel graag de crossen met redelijk wat slijk, waar je nog net kan doorrijden. Ook de crossen met veel klimwerk vind ik heel fijn.”

Welke zijn jouw belangrijkste wedstrijdresultaten?

“Mijn Belgische titel vorig jaar was het toppunt, ik weet nog dat ik zonder druk of stress aan de start stond en dat ik al in de 2e ronde een kleine kloof had en de race zo gerust afwerken.”

Wat verwacht je van de komende maanden en jaren?

“De komende maanden zullen rustig verlopen. Omdat ik de jongste ben, hoef ik ook helemaal nog niets te bewijzen. De komende jaren wil ik natuurlijk nog beter worden. Dan wil ik vooral ook de grote stap zetten naar de dames elite.”

 


lauraverdonschot4Laura Verdonschot
, 19 jaar, woont in Lommel

Hoe ben je begonnen met veldrijden?

“Via mijn neefje en de vriend van mijn zus. Mijn neef wou fietsen en in dezelfde tijd leerde mijn zus Maarten Craeghs kennen, die al een tijdje meedraaide. Eerst waren ze er thuis niet zo voor te vinden dat ik dat ook wilde gaan doen. Ik kreeg dan maar een bmx’je. Op een dag gingen we met de hond wandelen en zei papa me dat ik een echte koersfiets kreeg als ik die berg daar omhoog zou rijden. En ik flikte het! Ik was pas 12 toen ik meteen Vlaams kampioene werd, dus ik had de smaak snel te pakken.”

Wat spreekt jou aan in de sport? 

“Je leert heel veel mensen kennen, maar ik doe het ook gewoon heel graag. Eerst reed ik enkel op de weg, maar toen ik als nieuweling begon  met veldrijden wist ik meteen dat dit de sport is die ik echt graag wil doen.”

Heb je ook vriendinnen in de cross, nu je op een hoger niveau rijdt? 

“Natuurlijk! Mijn beste vriendinnen komen uit de cross. Maud Kaptheijns is mijn beste maatje, wij zitten ook bijna dagelijks samen op de fiets om onze trainingstochtjes af te werken. Ook met Sanne (Cant, red) klikt het goed. Wij hebben elkaar leren kennen op mijn allereerste Europees kampioenschap. En ook met mijn ploegmaatje Sophie (De Boer, red) klikt het goed. En er zijn nog wel een aantal meisjes met wie ik goed overweg kan. Maar wanneer het koers is, ben je daar natuurlijk niet met bezig.”


Is competitie het leukste aspect? 

“De wedstrijden zijn natuurlijk het leukste, maar als het minder gaat, zoals in het begin van mijn seizoen, zijn het net de moeilijkste dagen. Je werkt er hard voor, maar er komt niks voor in de plaats. Zo’n momenten. Ik merk wel dat ik elk jaar wat meer supporters krijg. Ongelofelijk hoeveel mensen er nu al aan de draad staan om mij aan te moedigen!”

lauraverdonschot8Welke soorten parcours en welke wedstrijden rijd je het liefst?

“Een parcours als Zonhoven en Koksijde staan bovenaan mijn lijstje. Zonhoven moest ik dit jaar laten vallen door de vermoeidheid van de trip naar Las Vegas, maar in Kokijde stond ik weer met veel plezier aan de start. Zolder vind ik ook een leuke cross, net als Lille. De parcoursen waar techniek en zand aanwezig zijn, liggen mij het best. Echte modder is leuk voor de cross, maar die power ontbreek ik nog. Dus voorlopig liever niet al te zware parcours voor mij.” (lacht)

Welke zijn jouw belangrijkste wedstrijdresultaten?

“Mijn eerst EK was heel speciaal en tegelijk ook belangrijk. Ik werd toen 7e en was daar heel blij mee. Mijn 3 Belgische titels zitten daar ook bij. Toen ik als tweedejaars junior 15e werd in Koksijde vond ik dat ook een cross om zeker niet te vergeten. Wanneer ik op deze omlopen rijd, fiets ik 2 km/u sneller omdat ik er alleen maar goede herinneringen aan heb.”

Wat verwacht je van de komende maanden en jaren?

“Ik ben nu terug aan de betere hand en wil nu de lijn doortrekken. Later op het seizoen zou ik graag goede kampioenschappen rijden, maar daar houd ik mezelf nu nog niet aan vast. Ik wil elke week weer groeien, zodat ik met een tevreden gevoel naar huis kan gaan. Op lange termijn hoop ik de lijn te kunnen doortrekken zoals Sanne Cant dat gedaan heeft. Zij stond natuurlijk sneller aan de top, maar de top wordt elk jaar breder. Het wordt niet makkelijk, want iedereen droomt van een carrière zoals die van Sanne. Veel mensen zeggen dat ze in mijn geloven, zelfs mensen van wie ik zoiets niet had verwacht. Het is aan mij om me de komende jaren te bewijzen.”

 

Fotomateriaal: Davy De Blieck en persoonlijk archief rensters

Berg je pistool niet op, Alberto!

In navolging van Peter Sagan liet ook Alberto Contador zich onlangs verleiden tot een politiek correct statement. Mogelijk bergt hij zijn pistoolgebaar voorgoed op, om niemand voor het hoofd te stoten. Hopend op het tegendeel, nemen we Contadors strafste wielerprestaties in het vizier.

 

20150722-Pra Loup-France- Ronde van Frankrijk 2015 tijdens rit 17, de beklimming van Pra Loup.

22 januari 2005, Old Willunga Hill. Plof. In een zachte afdaling in de Ronde van Asturië gaat het licht opeens uit in het hoofd van de 21-jarige Alberto Contador Velasco. Vanuit een aangeboren vaatmisvorming in zijn hersenpan verspreidt zich een kil, verlammend gevoel. Alsof al het bloed plots uit zijn hoofd loopt. Contador tuimelt hulpeloos over het asfalt. De beelden van de door spasmen overmande renner gaan de wereld rond. De carrière van de belofte uit Pinto, die in 2003 als neoprof de tijdrit in de Ronde van Polen won, lijkt in mei 2004 na goed een jaar al voorbij. Kruis erover.

In alle anonimiteit werkt Contador echter hard aan zijn terugkeer. Zeven maanden na een levensreddende operatie wordt hij in november 2004 genezen verklaard. Manolo Saiz, de ploegleider van Liberty-Seguros, spreekt zijn vertrouwen in hem uit. Met bouten in het hoofd, de restanten van een schedelboring, herrijst Contador in 2005 als een feniks uit de as. Willunga wordt een wedergeboorte.

Het is zelden gezien hoe innig én uitzinnig de Spaanse ploegmaats Luis Leon Sanchez en Alberto Contador elkaar om de hals vliegen, na afloop van de koninginnenrit in de Tour Down Under. Klassementsleider Sanchez ontbindt zijn duivels op Old Willunga Hill, schudt een groep van 20 medevluchters af en krijgt Contador in zijn zog mee. De kloof is meteen geslagen. Met de meet in zicht grijpen beiden elkaar klauwend naar de schouders. Sanchez werpt die andere jonge twintiger kushandjes toe. Contador grijnst, en overschrijdt jubelend als eerste de meet. Een presentje van Sanchez, voor de man waar niemand nog op rekende.

 

29 juli 2007, Champs Elysées. Hemelsbreed is de glimlach van de frêle Spanjaard. Omringd door zijn ploegmaats van Discovery Channel is Contador de gele zonnekoning van Parijs. Zijn eerste eindzege in de Tour is felbevochten en welverdiend, maar heeft een gitzwart randje. Na de Festina-Tour van 1998 was het immers niet meer voorgevallen dat de Franse rittenwedstrijd zo bol stond van dopingperikelen. Dag na dag pakken de sportkaternen uit met vingerwijzingen, anonieme getuigenissen, geruchten en dopinggevallen. Enkele roerige dagen:

18 juli: Patrik Sinkewitz wordt uit koers gehaald, na een positieve testosteronplas tijdens een trainingsstage in juni.  24 juli, rustdag: Aleksandr Vinokoerov hangt. Na een imposante tijdritzege in Albi, drie dagen eerder, testte hij positief op lichaamsvreemd bloed. 25 juli: Cofidis-renner Christian Moreni had een opgeklopt testosterongehalte tijdens de etappe naar Montpellier. Op 25 juli neemt hij ’s ochtend nota bene nog deel aan een actie van het peloton tegen dopinggebruik. Bij de bekendmaking van het nieuws trekt de ploeg van manager Eric Boyer zich terug, een dag later wordt Moreni ontslagen.

Op de flanken van de Aubisque is gele trui Michael Rasmussen op 25 juli de betere van Levi Leipheimer en achtervolger Alberto Contador. Maar ook Rasmussen heeft boter op het hoofd. De soap rond zijn whereabouts eindigt niet met een cliffhanger, wel in een schorsing door zijn eigen Rabobank. De gele trui hangt, op een zucht van Parijs, plots rond de schouders van Contador.

In het mediacircus rond ‘Operacion Puerto’, dat tijdens de Tour op volle toeren draait, zoemt de naam Contador meermaals rond. Ook hij wordt verondersteld een vlieg te zijn in het web van Eufemiano Fuentes. Het Spaanse gerecht ziet in hem een kroongetuige en geen beschuldigde, maar de fluitconcerten stapelen zich op. De Spanjaard toont zich bijzonder gepikeerd. In de 14e etappe naar Plateau de Beille vechten Rasmussen en Contador een beklijvend duel uit. In de sprint is die laatste explosiever. Letterlijk. Contador schudt er voor het eerst een pistool uit duim en wijsvinger. ‘El Pistolero’ schiet zo dan wel op zijn criticasters, hij kan ze niet doen zwijgen.

Een week na de Tour beschuldigt de Duitse dopingexpert Werner Franke hem van dopinggebruik, als klant van Fuentes. De letters A.C. in het notaboekje van de sportarts leidden uiteindelijk tot niets. Aan het einde van het seizoen volgt Contador Johan Bruyneel naar het verguisde Team Astana.

 

21 september 2008, Plaza de Cibeles. Het goudgele amarillo van de leiderstrui weerkaatst de laatste zonnestralen op het jubelplein van Madrid. Viert Real Madrid een titel of beker, dan gebeurt dat op de Plaza de Cibeles. Grijpt een Spanjaard de eindzege in de Vuelta, dan loopt het volk er te hoop. Na Eddy Merckx (1973) en Giovanni Battaglin (1981) is Alberto Contador in 2008 nog maar de 3e renner die in de historische dubbel Giro-Vuelta slaagt. Dat het toen andere tijden waren (de Vuelta werd tot 1995 in het voorjaar gereden, bijna aansluitend op de Giro red.), is voor de feestende menigte van geen belang. Op zijn 25e staan alle Grote Rondes op Contadors palmares.

Of hij werkelijk heelder dagen op het strand lag met vrouwlief Macarena, dan wel de voorafgaande vakantieperiode gebruikte om zijn vorm aan te scherpen, is tijdens de Giro van 2008 voer voor discussie. Feit is dat de uitwassen van zijn ploeg Astana al sinds 2007 een doorn in het oog zijn van de grote organisatoren. De ploeg is een vervelling van Liberty Seguros, dat door toedoen van haar eigen ploegarts Fuentes in het brandpunt kwam te staan. In 2007 viel Vinokourov van zijn voetstuk, later volgde Kashechkin. In 2008 krijgt de ploeg, lid van de ProTour, aanvankelijk noch van ASO (Tour), noch van RCS (Giro) startrecht. Tot RCS in laatste instantie haar staart intrekt. Astana gaat in Palermo van start in de Giro. Contador ruilt zijn zwembroek in voor een lycra exemplaar. Winnen doet hij onderweg nergens, maar Riccò, Bruseghin, Pellizotti en Menchov rijden hem nergens los. In net geen 60 kilometer tegen de klok rolt Contador voor zichzelf de rode loper uit.

In Spanje ziet organisator Unipublic geen graten in de deelname van Astana aan de Vuelta, met topfavorieten Klöden, Leipheimer en Contador. Klöden valt uiteindelijk tegen met een 20e plaats in het eindklassement. Leipheimer grijpt de macht tijdens een lange tijdrit rond Ciudad Real en wint ook de klimtijdrit naar Alto de Navacerrada. Op de monsterlijke Angliru, met stijgingspercentages tot 23 procent, offert hij zich echter op voor kopman Contador. Die fladdert ook de dag nadien naar winst. Een voorsprong van 46 seconden op Leipheimer ontketent een volksfeest in Madrid.

 

26 juli 2009, Champs Elysées. L’histoire se répète (et surtout en France). De Tour van 2009 roept wrange herinneringen op aan die van 1986. In die editie is het hommeles binnen de rangen van La Vie Claire, de Franse superformatie waar 5-voudig Tourwinnaar Bernard Hinault en het Amerikaanse toptalent Greg Lemond voor aantreden. Hinault belooft bij de start dan wel om Lemond aan de zege te helpen, maar zal waar dat kan het bloed van onder diens nagels pesten. 23 jaar later is een Amerikaan met 7 Tourzeges bullebak van dienst. In september 2008 al maakte Lance Armstrong zijn comeback genoegzaam bekend. Als Astana-renner was hij in 2008 niet welkom in La Grande Boucle; in 2009 druipt de ambitie ervan af. Alberto Contador, ploegmaat en topfavoriet, moet het kind van de rekening worden.

Tijdens de tweede rustdag volgen enkele cameraploegen de renners van Johan Bruyneel tijdens een verplaatsing per trein. Armstrong keuvelt met enkele ploegmaats, gele trui Contador zit apart en kijkt weemoedig uit het raam. Getergd ook. Het lijkt hem niet meer te raken wat de Amerikaan allemaal over hem uitkraamt. Na de openingstijdrit in Monaco, waarin Contador enkel Cancellara moet voorlaten, speelt Armstrong onderweg naar het Zuid-Franse La Grande Motte haasje-over. In een van de meest aangrijpende waaieretappes van de afgelopen jaren zet hij Contador op 41 seconden. Hij, en niemand anders, is de te beschermen man; zo beaamt ook Bruyneel. Eén man, wie anders dan Contador, legt de ploegorders naast zich neer. Op weg naar Arcalis springt hij weg van zijn kopman en zet de jacht in op een achttal vluchters. Verschillende keren kijkt hij ostentatief, haast spottend om. Waar blijf je nu, oude Texaan?

Ondanks de forse tegenwind van Armstrong en Bruyneel zet Contador zijn wil koppig door. De toorn van zijn ploegmaats neemt hij erbij. In het gebergte doet hij het alleen. In de 15e etappe naar Verbier grijpt hij ritwinst en de gele trui. Die geeft hij extra glans door in een tijdrit over 40 kilometer om en rond Annecy verschroeiend uit te halen. Zelfs Cancellara moet nu de duimen leggen. Het feest in Parijs is er een van gemengde emoties. Contador haalt zijn gram, Armstrong ziet geen vuiltje aan de lucht.

 

24 augustus 2010, Pinto. Tijdens een haastig bijeengeroepen persconferentie staat Alberto Contador de wereldpers te woord. Het moment volgt enkele uren na een internationaal statement van de UCI, waarin het Contador officieel beschuldigt van dopinggebruik tijdens de jongste Ronde van Frankrijk. Een hoeveelheid clenbuterol van 50 picogram – of tienmaal cero na de komma – is daarvan het vermeende bewijs.

Contador roept zijn onschuld uit en verwijst naar een besmette biefstuk die hij op de dag van de bewuste dopingcontrole at. Toch is clenbuterol ook voor mensen een paardenmiddel. Het versnelt in een mum van tijd de vetverbranding en stimuleert de spieropbouw. Zowel L’Equipe, ARD als de New York Times pakken uit met een anonieme bron, die stelt dat in het bloed van Contador ook opvallende hoeveelheden plastic werden aangetroffen. Dat zou wijzen op een bloedtransfusie met lichaamseigen bloed, waarin de clenbuterol een restantje was van een vermageringskuur. Ondanks dat de aangetroffen hoeveelheid clenbuterol 400 keer lager ligt dan de richtwaarden, wordt Contador de hoofdrolspeler in een dopingverhaal met veel bochten. Eerst geschorst door de Spaanse wielerbond, later vrijgesproken door de tuchtcommissie, een beroepsprocedure van de UCI en het WADA tegen deze vrijspraak. De zaak wordt uiteindelijk over de Tour van 2011 getild.

Het verdict op 6 februari 2012 is hard. Na verschillende rondjes juridisch getouwtrek oordeelt het TAS (Tribunal Arbitral du Sport) dat Contador zich in 2010 bezondigd heeft aan dopinggebruik en legt het hem een schorsing van twee jaar op. Zijn zeges in de Tour van 2010 en de Giro van 2011 moet hij inleveren.

Door de terugwerkende kracht van zijn schorsing zit Contador in de zomer van 2012 opnieuw op de fiets. In de Vuelta schudt hij dat najaar alle opeengestapelde frustraties van zich af. Lange tijd lijkt zijn landgenoot Joaquim Rodriguez ongenaakbaar op Madrid af te stormen. Toch blijft Contador proberen, vaak met de moed der wanhoop. In de 17e etappe naar Fuente Dé voltrekt het mirakel zich dan toch. Contador ontsnapt vroeg, krijgt de steun van Alejandro Valverde en slaat leider Rodriguez terug. Met tranen in de ogen, knallend met zijn vingers, pakt Contador 2.0 zijn eerste overwinning. De rode leiderstrui geeft hij niet meer af.

 

Een bijdrage van Fran Herpelinck. Fotomateriaal: Gregory Van Gansen – www.sportafbeeldingen.be.

Gouden generatie: worden deze grote wielertalenten de flandriennes van de toekomst?

Voor u opgelijst: 10 dames-nieuwelingen. De kans is groot dat deze namen het vrouwenwielrennen de komende jaren zullen kleuren. Maak kennis met een gouden generatie ‘flandriennes’.

 

LotteRotmanLotte Rotman (Papillon-Rudyco-Janatrans Cycling Team, 16 jaar)

 Zonder enige twijfel: tweedejaars Lotte Rotman is uit fantastisch wielerhout gesneden. In 2015 start en eindigt ze het seizoen met een zege én graait ze tussendoor zo maar even 18 ruikers mee. Daarnaast staat ze 10 keer mee op het podium. Bij de dames-nieuwelingen is zij dé referentie. Rotman is een sterke tijdrijdster, getuige haar Antwerpse tijdrittitel en een bronzen medaille op het BK tijdrijden. Haar sprint is een te duchten wapen. Op het Europees Jeugd Olympisch Festival in Baku raakt ze tijdens een massasprint ingesloten en eindigt ze teleurgesteld 7e. Binnen het kleine Rudyco Cycling Team krijgt ze alle ruimte om te ontbolsteren.

 

Luca De Langhe (Keukens Redant Cycling Team, 15 jaar)

Als eerstejaars kon Luca De Langhe uit Burst (Erpe-Mere) bij de start van het voorbije wielerseizoen al knappe resultaten voorleggen. Bij de aspiranten knalde ze haar concurrentes week na week uit het wiel, met 20 zeges op 23 wedstrijden en een dubbele Belgische titel op de weg en in het tijdrijden op haar conto. In haar eerste jaar bij de nieuwelingen doet De Langhe meer dan enkel volgen. Op 28 wedstrijden valt ze slechts 2 keer uit de top 10. Zeges zijn er in Bambrugge en Zingem. De Langhe voelt zich duidelijk in haar sas wanneer ze aan de boom kan schudden. In 2016 zullen heel wat ogen haar achterwiel angstvallig in de gaten houden.

 

CjhloegoossenaertsChloë Goossenaerts (Forza Fortuna Financial Planning, 16 jaar)

Ook Chloë Goossenaerts uit Gooreind laat zich in 2015 opmerken door haar knappe regelmaat: 18 top 10-noteringen, 2 zeges. Naar eigen zeggen komt ze het best uit de verf op een geaccidenteerd parcours, maar in Tielrode en Kontich zet ze de andere meisjes toch maar mooi een neus in de sprint. Vooral naar het einde van het seizoen toe komt Goossenaerts onder stoom. Benieuwd of ze die lijn ook kan doortrekken bij de dames-junioren. Het Forza Fortuna-team, dat zich volledig toelegt op jonge vrouwelijke wielertalenten, lijkt daarvoor alvast een goede springplank.

 

Chayenne VrankenChayenne Vranken (Kon. Balen B.C. vzw, 16 jaar)

Eén grote uitschieter voor Chayenne Vranken in 2015, wanneer ze Lotte Rotman en Sophie Williams in Ledegem in de sprint klopt. Vranken beschikt over een stel snelle benen, maar mist vaak net dat tikkeltje geluk. In Tielrode en Hulst moet ze nipt de duimen leggen voor respectievelijk Goossenaerts en Rotman. Na een drukke zomer op de weg duikt ze eind september nog even het veld in. In de Soudal-veldrit van Neerpelt weet ze nog net rode lantaarn Pauline Delhaye achter zich te houden.

 

MarjonClausMarjon Claus (Papillon-Rudyco-Janatrans Cycling Team, 16 jaar)

Een complete verrassing, zo noemt ze het zelf. Toch is de zege van Marjon Claus op het BK-parcours van Hooglede-Gits oververdiend. In de laatste hectometers proberen Jinse Peeters en Sarah Michielsen-Stevens zich nog los te rukken uit het peloton, maar in de laatste bocht snelt Claus hen langs de buitenkant voorbij. Een eerdere zege was er al in Boezinge, voor Rotman; in haar tricoloretrui wordt ze in Berlare, dit keer na Rotman, mooi tweede. Na een verdienstelijk seizoen als eerstejaars zet Claus als tweedejaars meteen twee stappen vooruit.

 

Sarah Michielsen-StevensSarah Michielsen-Stevens (Kon. Balen B.C. V.Z.W., 16 jaar)

Sarah Michielsen-Stevens grossiert in ereplaatsen. Bij de 5 eerste namen in wedstrijduitslagen is haar naam in 2015 haast niet weg te branden. Haar eerste zege komt er wel pas in het najaar, wanneer ze na een pittig wedstrijduur Luca De Langhe en Lotte Rotman erop legt in Naast, een deelgemeente van Soignies. De week na het BK prikt ze ook in Herzele. Onder de hoede van veterane Liesbeth De Vocht, haar ploegleidster bij Balen BC, worden nog grootse dingen verwacht van Michielsen-Stevens.

 

Shari BossuytShari Bossuyt (Cycling Team Luc Wallays – Jonge Renners Roeselare, 15 jaar)

Dat de 15-jarige Shari Bossuyt uit Kortrijk een stevig stukje kan hardrijden, bewees ze al meermaals bij de aspiranten. Op het Vlaamse kampioenschap in Arendonk ging ze in 2014 zowel met de weg- als de tijdrittitel aan de haal. Veelvuldig pistewerk legt haar geen windeieren in het werk tegen de klok. Op het Belgisch kampioenschap tijdrijden verbluft ze haar oudere tegenstandsters. De starre blik van Lotte Rotman (3e) en de tranende ogen van Noa Selosse (2e) op het podium staan in schril contrast met de dolle vreugde van kampioene Shari Bossuyt.

 


JinsePeetersJinse Peeters (Kon. Balen B.C. V.Z.W., 16 jaar)

Een zoveelste pupil uit de rangen van Balen BC. Peeters opteert voluit voor de combinatie van weg- en veldrijden. In oktober 2014 schiet ze in Eversel meteen raak, in de eerste veldrit waar ze van start gaat. In 2015 oogst ze vooral lof op de weg. Het nichtje van Yannick, Rob en Wilfried Peeters verzamelt dan ook een handvol mooie ereplaatsen, waaronder een bronzen stek op het Belgisch kampioenschap. Een staaltje van haar explosief vermogen is haar tijdritwinst in de tweedaagse GP Hemico Zottegem-Erwetegem. Ook al bedraagt de afstand slechts 2,5 kilometer, ze klopt er wel juniorentoppers als Fenna Vanhoutte en Lenny Druyts.

 

JaraNoel2Jara Noël (AA-drink/B.R.I.S. Team, 16 jaar)

Starten doet ze half mei in Malderen, en dat doet ze met een zege. Klasbak Jara Noël uit het veldritteam van Geert Wellens droomt in het voorjaar al van winterse modder, maar kan ook op de weg aardig uit de voeten. Na prachtprestaties bij de aspiranten, waar ze op de weg elke mogelijke titel pakte, won ze in 2014 met Hofstade-Zemst, Meulebeke en Vorselaar drie veldritten. 2015 lijkt voorlopig een overgangsjaar, al moet de drukste veldritperiode uiteraard nog komen. Ploegleider Wellens acht een Belgische titel bij de nieuwelingen zeker niet uitgesloten.

 

Glacia Dhont (Isorex Cycling Team, 16 jaar)

Op haar 16e schurkt Glacia Dhont uit Kaprijke heel dicht bij de top van haar categorie aan. In de eerste helft van het seizoen valt ze vaak nét buiten de top 10, maar in de zomerperiode haalt ze in Erpe-Mere die eerste podiumplaats (3e).  Dhont scoorde als eerstejaars in 2014 meteen met een zeer regelmatig seizoen, maar kan in 2015 niet echt van bevestiging spreken. Eén voordeel: met haar talent kan ze bij haar overgang naar de juniores wel op de verrassing spelen.

 

Een bijdrage van Fran Herpelinck. Fotomateriaal: Raymond van Beygaerden, persoonlijk archief rensters.

Column: Liefste Muur van Geraardsbergen

Liefste Muur van Geraardsbergen,

Hoe gaat het met je? Overleef je de stilte op de eerste zondag van april? De rust die er dan heerst, betekent dat je gevoelens verstopt zitten onder de hemelse kasseien. Je bent alleen. In al je glorie. Maar vooral in geluidloosheid. Op dat briesje na dat door de bomen blaast. Je huilt heel voorzichtig mee. Een beetje emotie tonen op een dag die vroeger een feest was.

MuurvGeraardsbergen-Roosenboom1Er is niemand die je dan komt vragen of je de massa mist. Of de stampende voeten die anders zo enthousiast je rug masseren. En dan is er nog dat bier. Dat in ’t Hemelrijck aan je Kapelmuur overvloedig vloeit. Monden in en de groeven van je kasseien bevochtigend. Het plezier dat je op dat moment moet voelen. De ervaring dat je leeft.

Ze denderen op die magische dag niet meer over je heen. Ze gaan niet meer figuurlijk dood op je steile flanken. Toegegeven. Ik mis je ook, vriend. Je historische plek op 16 kilometer van het einde is niet meer. Nu al een tijdje. En je weet misschien welke economische/praktische/organisatorische overwegingen je de das om gedaan hebben. Maar of je het begrijpt? Nee, dat niet. Jij, die een vaste waarde bent in de geschiedenis van onze koers.

Bent. Niet was.

Je blijft een held. Je blijft een helling die zijn gelijke niet kent. Je blijft wielergeschiedenis ademen en ooit komt de dag dat ze naar jou terugkeren. Misschien hunkert niet iedere renner in het peloton naar je. Omdat je zo onmeedogenloos zwaar bent. Maar tegelijkertijd zo mooi. Je bent een uithangbord van wielrennen in Vlaanderen. Je combineert een pijnlijke ervaring met een mythische drang om door de muur te gaan. Door de figuurlijke rij stenen. Ook al zijn er sommigen die tegen je op rijden en blijven steken. Het overkomt de beste. Ja, ook Fabian Cancellara.

MuurvGeraardsbergen-Roosenboom2Het feit dat je die kracht in je draagt, doet me je niet gewoon stiekem missen. Een Ronde zonder jouw aanwezigheid doet me nog steeds pijn. Hoe mooi ik de Koppenberg als opener van de finale ook vind. Hoe onwaarschijnlijk graag ik naar die uitloper op de Oude Kwaremont kijk. Ja, zelfs meermaals. En toch. Jouw afwezigheid houdt me bezig. Doet mijn hart bloeden. En mijn hoofd in volle finale even afwijken van de wedstrijdontplooiing op onze hoogdag.

Ik mis hoe je ze langzaam leeg zuigt. Eerst op de flanken van je vesten. Daarna op het strijdtoneel waar je de woestheid in het peloton los laat. Waar ze zwalpen om je te beheersen. Waar liters zweet in het oorverdovende lawaai verdampen. Dat de koers te controleerbaar was geworden, weerklinkt het nu. Ik zeg niet dat de Ronde – moderne versie – saai is. Nee. We krijgen koers. Maar voor mij vraagt een klassieker ook zijn mythe. En dat? Dat ben jij.

Liefste Muur. We zijn je nog niet vergeten. Zo makkelijk veegt een combinatie Oude Kwaremont – Paterberg je niet uit. Heb geen angst. Ik mag dan niet zo’n fan zijn van je mattetaarten, je kasseien lust ik maar wat graag. Met mijn ogen.

Tot snel, vriend!

Liefs,
Annelore

 

Fotomateriaal: Wouter Roosenboom / ProCycleShots

Belgische, Zweedse en 7 Nederlandse meiden bezielen continentale DWT

Het vrouwenwielrennen is aan haar opmars bezig en dat merken we ook aan het aantal nieuwe vrouwenploegen. Het Nederlandse Dames Wieler Team is er zo eentje op continentaal niveau. Hoewel het nog even wachten is op de bekendmaking van het materiaal en bijkomende rensters, laten we je alvast kennismaken met deze 9 in de gaten te houden DWT-meisjes.

 

Bryony van VelzenBryony van Velzen (19), komt uit Sittard-Geleen (NL)

Van een hoog niveau in het turnen plotseling omschakelen naar de fiets. Het is iets dat we niet zo vaak tegenkomen. Bryony van Velzen werd door een blessure genoodzaakt het roer om te gooien. Op haar 15e besloot ze om voor de koersfiets te kiezen. Ontpopte zich tot allroundster, maar haar echte specialiteit is tijdrijden. Daar wil ze dan ook nog verder in evolueren. Afgelopen seizoen worstelde Van Velzen met de ziekte van Pfeiffer, een virale infectie door het herpesvirus EBV. Daardoor stond ze lang aan de kant. De schade aan gemiste wedstrijden wil ze komend jaar absoluut rechtzetten.

 

 Celine van HoutumCeline van Houtum (18), komt uit Maaskantje (NL)

Je kan terecht stellen dat Van Houtum met de fiets is opgevoed. Al sinds haar 8e is ze terug te vinden in het peloton. De Nederlandse zal komend seizoen de moeilijke overstap maken naar de elite, een zet die niet iedereen altijd even goed verteert. Maar Celine Van Houtum start vol goede moed. Ze wil de komende jaren vooral veel bijleren. Is niet vies van een beetje wind: waaierkoersen zijn dan ook haar favoriete wedstrijden. Hoe sneller het gaat, hoe liever. Naast het wielrennen volgt ze studies commerciële sporteconomie.

 

 

Femke van KesselFemke van Kessel (26), komt uit Breda (NL)

Opgegroeid in een sportief gezin. Toen ze als triatlete geblesseerd raakte bij het hardlopen, hechtte ze zich aan de fiets. Femke heeft ondertussen een palmares om trots op te zijn, waaronder winst in de ronde van Oud Gastel dit jaar. De Nederlandse bezit al een mooie lading aan ervaring. Die hoopt ze door te kunnen geven aan de jongere meisjes van haar ploeg. Combineert het wielrennen voorts met een job als onderzoekster in gezondsheidsliteratuur.

 

Juul HubertJuul Hubert (19), komt uit Den Haag (NL)

Heeft ondanks haar jonge leeftijd toch al heel wat meegemaakt in het wielrennen. Al sinds haar 7e zit Hubert op een koersfiets. Dankzij die tonnen ervaring is ze heel stuurvaardig geworden. Komt dus het beste tot haar recht in technische koersen, en dat is dan ook niet onopgemerkt gebleven. In haar eerste jaar als elite verraste ze vriend, vijand en zichzelf met een ijzersterk seizoen. Ze hoopt deze lijn te kunnen doortrekken en allround te verbeteren. Studeert bewegingswetenschappen.

 

Lauren ArnoutsLauren Arnouts (21), komt uit Hoogeloon (NL)

Deze Hoogeloonse hoopt komend seizoen haar sterke kanten te verbeteren. Dat zijn dan voornamelijk haar aanvalslust, klimkwaliteiten en haar specialiteit als tijdrijdster. Was afgelopen jaar al goed op weg, maar een val in de Lotto Cycling Cup in Nijlen besliste daar anders over. Die val dwong haar ertoe om ruim een maand van de fiets te blijven en vervolgens een paar maanden te revalideren. Met die pech in het achterhoofd is Arnouts er dan ook op gebrand om in 2016 sterker dan ooit terug te komen.

 

Mieke DocxMieke Docx (19), komt uit Lier (B)

Tot nu toe de enige Belgische van DWT. Ook de Lierse verraste zichzelf afgelopen seizoen in haar eerste jaar als elite. Met haar nog maar 3 jaar ervaring in het peloton wil ze komend seizoen opnieuw veel bijleren. Klimkoersen liggen haar het beste, voor waaierkoersen heeft ze dan weer niet zo’n boontje. Studeert Journalistiek en hoopt zo om het dameswielrennen nog meer op de kaart te kunnen zetten.

 

Minke van DongenMinke van Dongen (32), komt uit Oosterhout (NL)

DWT’s wegkapitein. Ook zij zit al van haar 10 jaar op een koersfiets. Heeft al heel wat wereldbekers, Giro’s, en EK’s achter de rug. Laste rond haar 24e een pauze in. Stopte, trouwde en kreeg 2 kindjes van ondertussen 8 en 4 jaar. Vorig jaar pikte ze de draad weer op. Niet zonder resultaat. Won 6 wedstrijden en pakte alles samen 10 podiumplaatsen. Werkt parttime, wat een strakke planning vraagt. De voldoening die ze er van krijgt, is het meer dan waard, vindt ze.

 

Sara PentonSara Penton (27), komt uit Stockholm (Zwe)

Zit in de nationale selectie van Zweden en mag hoogstwaarschijnlijk mee naar de Olympische Spelen in Rio. Ook de wereldkampioenschappen zijn grote doelen voor haar. Ze kijkt ernaar uit om nog beter te worden en DWT mee te helpen aan overwinningen. Opvallend: Penton koerst pas sinds 2013. Bezit dus nog behoorlijk wat groeipotentieel.

 

Veerle GoossensVeerle Goossens (22), komt uit Bakel (NL)

Laatste aanwinst van DWT. Ook zij heeft ondanks haar jonge leeftijd al veel koerservaring. Kijk maar naar de top 15-klasseringen die ze al heeft kunnen bemachtigen in UCI-wedstrijden. Is een echte teamplayer en heeft een sterke sprint. Die wil ze komend jaar nog verbeteren. Erg ondernemend ingesteld. Zo is ze een eigen cyclocrossploeg begonnen waar kwaliteit en beleving centraal staan. Goossens heeft ook een wielerwebshop: Vcycling, gespecialiseerd in vrouwenstuff.

 

Een bijdrage van Mieke Docx. Fotomateriaal: DWT.

Deze Vlaamse moddervreetsters vertellen over hun dagtaken naast de cross (en dat is heel wat!)

Niet alle veldrijdsters genieten een luxeprofbestaan zoals bijvoorbeeld Sanne Cant. De meesten onder hen hebben tijdens de week andere zaken aan het hoofd. Zij behoren tot de beste crosssters in de hele wereld, maar ze moeten wel zorgen dat ze via een betaalde baan het hoofd boven water kunnen houden. Dan is het extra mooi dat zij nog zo’n hoog niveau halen. Daar kunnen we alleen maar respect voor tonen!

 

LoesSels1Loes Sels (30) woont in Zoersel en werkt voltijds als zorgkundige

“Als opleiding heb ik zorgkunde gestudeerd. Ik vind het wel een deugddoende job omdat ik mensen kan helpen die het moeilijk hebben in het leven. De meesten denken meteen aan oudere mensen, maar de helft van de mensen waar ik kom, zijn toch nog behoorlijk jong, hebben zelfs vaak kleine kinderen. Ik ondersteun eigenlijk de gezinnen in hun dagelijkse leven: ik ga met hen winkelen, naar de dokter, maak eten klaar, ruim op, of poets een beetje. Op woensdag neem ik mijn dag vrij vanwege ouderschapsverlof. Andere dagen werk ik van 8 tot 16 uur. Dan ben ik rond 17 uur thuis. Ofwel is mijn partner Koen dan al bezig aan het eten, ofwel begin ik er zelf aan. Tegen half 6 is dan alles opgeruimd en is het tijd voor de kindjes. De jongste is 2 jaar en de oudste is net 4 jaar geworden. Rond 7 uur gaan ze dan slapen. Natuurlijk moet dan de was en de plas nog gebeuren. Zo vliegen de dagen natuurlijk voorbij. Op mijn vrije woensdag doe ik de kindjes om 9 uur naar school, ga dan snel 2,5 uur trainen met een groep wielrenners en dan ben ik op tijd terug thuis, want om 5 voor 12 moet ik de kindjes van school halen. Dat is eigenlijk de enige dag dat ik een deftige training kan doen.”

“Op maandag rust ik ‘s avonds, het is dan een beetje bekomen van het weekend en inkopen doen voor de ganse week. Normaal ga ik dinsdag een half uur lopen en een half uur op de rollen rijden. Maar met de problemen van de laatste weken komt het lopen er niet echt van, dus van training komt er in de week niet veel. Langs de andere kant is dat ook niet zo erg niet als er twee crossen in de week zijn. Het is wel vaak puzzelen. Ik krijg evenwel veel steun van mijn ouders, schoonouders en familie. Want er zijn natuurlijk altijd de kindjes. Dit jaar heb ik echt al veel pech gehad, maar het zal ook wel eens meezitten, hoop ik. Het is wel moeilijk opboksen tegen de profrensters en tegen andere vrouwen die minder uren draaien en thuis wonen. Maar goed, ik doe mijn best. Ik ben ooit nog 4 jaar prof geweest als wegrenster en dan ging het natuurlijk een pak beter. Dan kan je goed trainen en nog belangrijker, veel rusten. Twee weken geleden waren mijn twee dochters ziek en heb ik die week bijna geen oog dicht gedaan. Dan doet het pijn om ‘s morgens te gaan werken, maar dat hoort erbij. (lacht) Ik geniet nog elke week van de cross. Het is allemaal snel gegaan. Zes maanden nadat ik bevallen was van een tweede kindje ben ik beginnen crossen en tekende ik een contract bij Telenet-Fidea. Nog geen jaar na die laatste bevalling werd ik 7e op het WK in Hoogerheide. Da’s dan toch nog niet zo slecht, hé!”

 

JoyceVanderbekenJoyce Vanderbeken (31) woont in Zwevegem en werkt deeltijds als verpleegkundige

“Ik heb drie jaar verpleegkunde gestudeerd en dan ben ik als zelfstandige beginnen werken in de sector. Daarna ben ik ook een tijdje in het ziekenhuis aan de slag geweest.  Maar dus altijd verpleegkunde. Op een bepaald moment kreeg ik de kans om via een topsportstatuut voltijds bezig te zijn met de fiets. Tweeënhalf jaar heb ik met volle teugen van die status genoten, waarna ik weer een job heb aangenomen, nu bij het Wit-Gele Kruis. Daar werk ik nu nog steeds. Mijn job geeft me erg veel voldoening. Het enige nadeel is dat ik vroeg op moet, om kwart voor zes om precies te zijn. Dan ga ik bij de mensen langs om een spuitje te geven, een wonde te verzorgen of help ik met zich te wassen. Het leuke is dat de mensen heel erg meeleven met mijn sport. Op maandag is het extra plezant, want dan zoeken ze de uitslagen op in de krant. Zelfs mensen die vroeger nooit interesse hebben gehad in de cross volgen het nu op de voet. Dat vind ik wel leuk. Ik kom vaak bij een oudere man wiens kleinkinderen met hem lachen omdat ‘pépé weer naar de vrouwtjes kijkt’.”

“Werken doe ik halftijds, wat me toelaat om zo goed als elke namiddag een goede training af te leveren. Af en toe is er eens een vergadering in de namiddag en dan moet ik wat puzzelen om mijn trainingsarbeid die dag nog in degelijke omstandigheden af te werken, maar ik klaag zeker niet. Mijn werk geeft me ook wat financiële zekerheid, al zou ik een nieuwe kans om prof te worden zeker in overweging nemen. Al denk ik niet dat het nog zal voorvallen, dus ik ben er niet echt mee bezig. Wel wil ik nog lang doorgaan met de cross, zolang ik me amuseer. De voorbije twee jaar waren moeilijk voor mij, maar nu ben ik verlost van die hartritmestoornissen en rijd ik weer voortreffelijke resultaten bijeen. Tot slot wil ik graag nog meegeven dat ik in de winter vrijgesteld ben van weekenddiensten bij het Wit-Gele Kruis en daar moet ik mijn collega’s toch voor bedanken. Anders zou er van die toptienplaatsen weinig in huis komen, vrees ik.” (lacht)

 

EllenVanLoyEllen van Loy (35) woont in Herenthout en werkt voltijds als zorgkundige

“Ik volgde de opleiding jeugd -en gehandicaptenzorg in Mol.  Dat was een praktijkgerichte opleiding, want vanaf dag 1 stond ik in het werkveld.  Je mag uiteraard de doelgroep zelf kiezen, al is het interessant om de 3 jaren zo divers mogelijk in te vullen. De sector omvat dan ook vele verschillende werkdomeinen.  Zelf deed ik stage in een school voor buitengewoon lager onderwijs, jongeren in semi-internaat en ouderen met matig tot ernstig mentale beperking. Ik werk nu in een groep van 8 volwassen personen tussen 40 en 55 jaar met matig tot ernstig mentale beperking.  Zij krijgen 24/7 begeleiding.  Vermits het soms lage verstandelijke niveau en hun individuele noden wordt onze zorg op hen afgestemd. Mijn job bestaat er voornamelijk in om de bewoners zich goed te laten voelen in hun manier van zijn.  We trachten de sfeer huiselijk en ontspannen te maken, zodat het samenleven in groep aangenaam is. Het is voor sommigen moeilijk om zich verstaanbaar uit te drukken, dus onze ogen en oren staan altijd wijd open om veranderingen in gedrag, eet- en slaappatroon op te merken en eventueel te corrigeren. Ons werk begint als de bewoners worden gewekt.  Kort samengevat ziet een dag op het werk eruit als volgt: helpen, ondersteunen en stimuleren van mensen in al hun dagelijkse (beperkte) activiteiten.”

“Een doorsnee dag is voor mij vaak goedgevuld.  Rekening houdend met mijn uurrooster bekijk ik wanneer ik trainingen en ander huishoudelijk werk kan inplannen. In de winter is het makkelijker om bijvoorbeeld ‘s middags te beginnen werken, maar dat wil zeggen dat ik soms vroeg de fiets op moet en dus ook pas ‘s avonds thuis ben. Ik probeer wel elke dag te trainen. In een 40-uren week kan je je wel voorstellen dat vrije tijd beperkt is.  Om die reden werk ik gedurende het crossseizoen 20 uur. Dat maakt dat ik meer tijd heb om trainingen beter te plannen en hiervan te recupereren. Vermits ook in de weekends moet worden gewerkt, komt er wel eens een dag in de week vrij.  Die wordt dan zo efficiënt mogelijk ingevuld.  Maar het is dan ook niet ongebruikelijk dat ik na de cross nog moet gaan werken. Dan zie je toch vaak mensen hun wenkbrauwen fronsen. Ach, ik kan mijn hobby perfect combineren met mijn werksituatie en ben hier erg blij om. De ambitie om prof te worden is er wel, al ben ik me altijd bewust geweest dat dit voor vrouwen in België niet vanzelfsprekend is.  Ik ben dan ook maar als hobby beginnen fietsen op latere leeftijd. Mijn enige zekerheid is mijn vast contract op het werk.  En dat zet ik nu niet graag opzij.  Cross is fijn nu het goed gaat en financieel mooi meegenomen, maar ik pin me er niet op vast.  Ik ben niet zo jong meer en de grote stappen die ik zette, zwakken nu wat af. Ik kan me goed handhaven vooraan in het peloton en ik beleef er plezier aan.  De dag dat dit niet meer het geval is, wordt het misschien wel tijd voor iets anders.”

 

jolienverschuerenJolien Verschueren (25) woont in Kruishoutem en werkt voltijds als kleuterjuf

“Ik heb kleuteronderwijs gestudeerd en werk nu in een school in Marke. Daar geef ik iedere week sport aan de kleuters en ook zwemles aan het eerste leerjaar. Dat laatste doen we met twee, want eens kinderen van die leeftijd in het water beginnen te plonsen, heb je je handen wel vol. Op woensdag en donderdag sta ik ook elke week met een andere collega in de derde kleuterklas. Daarnaast doe ik nog wat papierwerk voor de directeur, zoals schoolafspraken uitwerken. Mijn dagen beginnen wel vroeg, meestal sta ik tussen zes uur en half zeven op, maar ze komen wel nog vrij rustig op gang. Ontbijten, klaarmaken en dan ben ik ten laatste om kwart na zeven de deur uit. Op school ben ik bijna de hele dag met de kinderen bezig. De trainingen zijn  doorgaans voor ‘s avonds. Alleen op dinsdag en woensdag kan ik in de namiddag al trainen, dat maakt het wel iets makkelijker om langer te trainen. Wel probeer ik elke dag een training te doen, de zwaarste en langste in het begin van de week zodat ik tegen de wedstrijden in het weekend voldoende gerecupereerd ben.”

“Nu het winter is beperk ik de avondtrainingen tot fietsen op de rollen. Ik voel wel dat ik iets minder fris ben voor de trainingen dan bijvoorbeeld een profrenster als Sanne Cant dat is. Ik ben al vroeg op en als ik thuis kom van school is mijn werk nog niet gedaan. Er moeten nog agenda’s gemaakt worden en observaties ingevuld worden. Dat vraagt ook nog behoorlijk wat tijd. Ik lig zelden voor elf uur onder de wol. Het zijn soms korte nachten en dat voel ik wel naar het weekend toe. Maar ik doe mijn job heel graag en zou die niet direct willen opgeven om fulltime prof te worden. Want wat moet ik dan doen met alle andere tijd die vrijkomt? Je kan niet de ganse dag trainen, hé. Misschien sta ik wel open voor een halftijdse baan als die keuze er zou komen, maar ik wil het toch liever jaar per jaar bekijken. Want het is niet omdat ik dit seizoen heel goed rijd, dat het volgend jaar ook zo goed zal verlopen. Ik ben daar liever voorzichtig mee. Mijn dagen vallen ook best mee, want ik woon nog bij mijn ouders. Voor iemand als Loes Sels bijvoorbeeld zal het een pak zwaarder zijn, denk ik. Want alle trainingstijd zou ze ook voor haar kinderen kunnen gebruiken. Die verantwoording moet ik nog niet afleggen.”

 

Fotomateriaal: persoonlijk archief rensters.

Ploegleider Wim Feys beoordeelt 10 grote talenten van het opleidingsteam EFC Etixx

EFC Etixx staat bekend als het voormalige opleidingsteam van het grote Etixx – Quick-Step. De ploeg werkt sinds 2014 onafhankelijk en bracht vorig jaar bijvoorbeeld Aimé De Gendt en Maxime Farazijn voort, twee jonge knapen die dit seizoen hun opwachting maken in het shirt van Topsport Vlaanderen – Baloise. In het verleden zagen we al gasten als Yves Lampaert en Stijn Steels doorgroeien. We laten ploegleider Wim Feys 10  van zijn grootste talenten beoordelen en vragen wat we komend seizoen van hen mogen verwachten.

 

170115/ EFC _ ETIXX 2015 / Piet ALLEGAERTPiet Allegaert – °1995, woont in Moorslede

Wim Feys: “Piet is een echte flandrien, sterk op korte hellingen en ook over de kasseien vliegt hij. Kan absoluut doorgroeien naar de profs. Behoort zeker tot de top in België, maar heeft dit seizoen wel wat pech gekend. Heeft desondanks wel verschillende teammakkers naar de zege geloodst. Zeker een grote verdienste. In Brussel-Opwijk stuwde hij bijvoorbeeld Maxime Farazijn naar winst en ook in de Tour de Moselle, waar Aimé De Gendt de eindwinst pakte, speelde hij een bepalende rol. Zijn rustige persoonlijkheid spreekt in zijn voordeel. Kan zich wegcijferen voor het team, maar in de komende maanden moet hij wel eens aan zichzelf denken en zelf resultaten neerzetten. Dat zal hem komend seizoen wel lukken, denk ik. Hij wordt op zeer korte termijn een van de meest toonaangevende beloften in België en een vaste waarde bij de nationale ploeg.”

MichaelCoolsMichael Cools  – °1994, woont in Sint-Laureins

Wim Feys: “Is nieuw in mijn ploeg, maar ik volg hem al van bij de juniores. Een echte klimmer, Michael, zeer goed in typisch Ardens werk. Vanaf mei komt gewoonlijk zijn beste periode, met mooie prestaties in kleinere rondes. Geregeld kan hij zijn rol spelen op cols en in bergkoersen. Bergop zelfs internationaal een van de beste beloften in het peloton. Is nu vierdejaars en moet bekwaam zijn om in 2017 prof te worden. Hij was dit seizoen al 3e op het Belgisch kampioenschap bij de beloften in Lac de l’Eau d’Heure en kan zeker nog een stapje hoger.”

 

170115/ Ploegvoorstelling EFC Etixx /DECLERCQ Benjamin

Benjamin Declercq  – °1994, woont in Izegem

Wim Feys: “Kan zowel in de Vlaamse koersen als in de Ardense wedstrijden zijn streng trekken. Had afgelopen seizoen af te rekenen met een aantal valpartijen, waardoor hij wel onder de verwachtingen is gebleven. Die pech heeft hem zeker afgeremd in zijn evolutie, maar als hij dit jaar zijn progressie kan doorzetten, acht ik hem in staat om binnen twee jaar prof te worden. Reed dit seizoen het WK en de Ronde van de Toekomst. Zal snel een vaste waarde worden in de nationale ploeg. Ik vermoed dat hij zich de komende maanden zal ontpoppen tot een van de beste Belgische beloften. Als het wat meezit, kan hij de regelmaat in het internationale peloton aan, zeker omdat hij ook vrij goed bergop kan fietsen.”

 

f80c2039b6Lindsay De Vilder  – °1995, woont in Laarne

Wim Feys: “Combineert de piste met de weg. Hij heeft in beide disciplines zeker heel wat kwaliteiten. Lindsay komt uit de Genste regio, heeft genoeg redenen om dat baanwielrennen door te zetten. Reed ook al de Gentse Zesdaagse bij de profs, dus zeker een topper. Door de wereldbekers op de piste te rijden, wordt hij ook wel sterker. Ik wil hem niet verplichten om een keuze te maken, want hij is nog jong en rijdt erg graag op de baan. Maar ik vrees er een beetje voor dat zijn wegseizoen zal lijden onder zijn pistewerk. We zullen zien hoe zijn planning eruit zal zien, maar ik denk dat we ook voldoende rustperiodes moeten voorzien in zijn wegseizoen. Qua renner is hij een type Keisse, een tempobeul. Weinigen weten dat, maar hij kan ook een aardig stukje uit de voeten als het bergop gaat. Dat vind ik knap. Reed vorig seizoen al heel wat ereplaatsen in grote nationale en internationale koersen bijeen, waar ik zeer te spreken over ben. Als derdejaars moet hij af en toe eens naar huis komen met de bloemen. Lukt dat, dan zie ik hem snel doorgroeien naar een profcontract.”

 

170115/ Ploegvoorstelling EFC Etixx / Christophe Noppe

Christophe Noppe  – °1994, woont in Boezinge

Wim Feys: “Afgelopen seizoen begon Christophe heel goed, met een hele reeks ereplaatsen. In de zomer volgde een serieuze dip, het was fysiek even helemaal op bij hem. Ik begrijp dat wel, want hij werkt ook nog 28 uur per week, terwijl de meeste jongeren nog studeren. En bovendien had hij in het voorjaar een tamelijk zwaar programma. Ik ben blij voor hem dat hij in het naseizoen weer zijn oude vorm terugvond. Is iemand met een snelle eindspurt die ook een massasprint kan winnen, maar zijn klemtoon licht wel op de typisch Vlaamse voorjaarskoersen. Komend seizoen verwacht ik van hem dat hij toch iets aanvallender gaat rijden, zoals hij dat begin september in Cherbourg deed. Dat is toch een werkpuntje voor 2016.”

 

170115/ EFC _ ETIXX 2015 / Jordi WARLOP

Jordi Warlop  – °1996, woont in Diksmuide

Wim Feys: “Is bij de nieuwelingen en de juniores altijd een topper geweest. Als junior werd hij zelfs 2e op het Europees kampioenschap. Heeft er pas zijn eerste seizoen bij de beloften opzitten. Ik ben heel tevreden over zijn prestaties in dat eerste jaar. Was uitermate goed in Cherbourg en Lombardije. Kon zijn stempel drukken in enkele grote koersen en kon zelfs enkele keren de finale rijden. Hij moet nu stap voor stap zetten. Het wordt afwachten of hij zijn evolutie kan doorzetten, maar ik verwacht wel dat hij komend seizoen kan bevestigen door grote koersen te winnen. Nog vaker voorin rijden en af en toe de winst pakken, dat worden opdrachten voor straks. Jordi is iemand die het moet hebben van typische afvallingskoersen. Als het heel lastig wordt en iedereen tot het gaatje moet gaan, heeft hij het karakter en het talent om nog een tandje bij te steken. Absolute klasse, deze kerel.”

 

170115/ EFC _ ETIXX 2015 / Jacob RELAES

Jacob Relaes  – °1996, woont in Zwijndrecht

Wim Feys: “De koersen bergop, dat is spek naar de bek van Jacob Relaes. Koersen in de Ardennen zoals Luik-Bastenaken-Luik, dat is zijn ding. Een zeer stille en rustige jongen, maar Jacob weet waar hij mee bezig is. Heeft een goede mentaliteit en is niet bang om te fietsen in dienst van de ploeg. Wordt daarom ook zeer geapprecieerd door zijn ploegmaats. Is zeer gemotiveerd en doet alles voor zijn sport. Voor komend seizoen zullen we zijn programma echt aanpassen aan die klimkoersen. Begint straks aan zijn tweede belofteseizoen en ik ben ervan overtuigd dat er nog veel marge op zit. Zijn ereplaatsen afgelopen seizoen zijn daar in mijn ogen een mooi bewijs van.”

 

170115/ Ploegvoorstelling EFC Etixx / Matthias VANDEWALLE

Matthias Vandewalle  – °1994, woont in Pittem

Wim Feys: “Zijn derde jaar bij de beloften werd niet wat ik ervan verwacht had. Komt deels door pech, want in april was hij als laatste in een waaier op een neutrale motor gereden. Hield daar een ‘lelijke’ handblessure aan over en het heeft lang geduurd alvorens dat volledig hersteld was. Tijdens zijn genezingsproces heeft hij behoorlijk wat antibiotica moeten slikken, wat niet ten goede komt aan de vorm van een renner. Hoe dan ook zal hij de komende maanden toch wel een van de belangrijkste figuren in de ploeg zijn. Is een echte tempobeul en kan een aardig stukje tegen de klok racen. Ik geloof in hem, dat is zeker.”

 

GuillaumeSeyeGuillaume Seye  – °1996, woont in Wachtebeke

Wim Feys: “Zijn eerste seizoen bij ons (samen met Michael Cools is hij nieuw bij EFC Etixx, red). Komt van VL-Technics-Experza-Abutriek. Is een tijdrijder pur sang. Ik ben erg blij om hem te verwelkomen in onze ploeg, want hij kon me afgelopen seizoen meermaals bekoren. Werd als eerstejaars 4e op het Belgisch kampioenschap tijdrijden en 2e op het provinciaal kampioenschap in Oost-Vlaanderen, niet eens zover achter Ruben Pols. Guillaume wordt een absolute topper in het Belgische tijdrijdersgild. Hij kan zeker wedijveren met Nathan Van Hooydonck. En: er zit nog progressie op Guillaume. Hij wordt een grote.”

 

170115/ EFC _ ETIXX 2015 / Dennis DELMOTTE

Dennis Delmotte  – °1996, woont in Werken (Kortemark)

Wim Feys: “Rustige kerel die het allemaal goed bekijkt. Luistert goed en steelt met de ogen. Dennis is een rasspurter, klein van gestalte maar onwaarschijnlijk veel explosiviteit in de benen. Die kwaliteiten moet hij zeker benutten. Heeft ook al bewezen dat hij in een massasprint het laken naar zich toe kan trekken. Won zo een etappe in de Ronde van Oost-Vlaanderen en werd 3e in de laatste rit van de Ronde van Vlaams-Brabant. Als eerstejaars zijn dat mooie statistieken. Het tweede jaar als belofte wordt heel belangrijk, want hij moet zijn evolutie bevestigen. Hij moet alleen nog wat aanvallender leren koersen, en dan zie ik het helemaal goed komen met hem.  Zeker als hij dan kan laten zien dat hij in de finale sprint nog genoeg punch over heeft.”

 

Fotomateriaal: EFC Etixx.

Deze Vlaamse topper is klaar voor een nieuwe stap in zijn koersloopbaan

JelleWallaysHij komt uit Staden en is een van de drie nieuwkomers die in 2016 de overstap maakt naar Lotto Soudal. Jelle Wallays komt over naar de WorldTour, nadat hij vijf jaar deel uitmaakte van Topsport Vlaanderen. Met zeges in Dwars door Vlaanderen, Parijs-Tours, Omloop van het Houtland en de World Ports Classic bewees hij klaar te zijn voor een stap hogerop. Maar hoe is hij begonnen met wielrennen, hoe kijkt hij terug op zijn eerste profjaren en wat verwacht hij van komend seizoen bij Lotto Soudal? Een monoloog.

Jelle Wallays: “Toen ik 12 was, kreeg ik van mijn ouders mijn eerste koersfiets. Wedstrijden rijden mocht nog niet, dus trainde ik puur voor het plezier. Mijn nonkel, ex-profrenner Luc Wallays, was mijn trainer en zorgde ervoor dat ik klaargestoomd werd voor mijn eerste wedstrijd. In de beginjaren geloofden mijn ouders niet echt in mijn capaciteiten. Ze dachten dat ik niet genoeg karakter zou hebben om renner te worden. Ondertussen zijn ze wel van mening veranderd. Na twee jaar trainen kwam ik als 14-jarige aspirant voor de eerste keer aan de start van een wedstrijd. Ik reed mijn eerste koers niet uit en ook in de volgende koersen haalde ik de finish niet. Ik volhardde en bleef trainen. Pas als tweedejaars nieuweling begon ik mee te doen voor de prijzen, maar op een overwinning was het wachten tot bij de juniors. Als eerstejaars won ik in Desselgem voor Jens Debusschere, een belangrijke overwinning. Vanaf die koers is het in een stijgende lijn gegaan.”

Walter Planckaert

Jelle Wallays: “Mijn belofteperiode heb ik doorgebracht in de kleuren van Beveren 2000. Tijdens die drie seizoenen was ik elk jaar goed voor een 6-tal overwinningen, met als hoogtepunt de belofteversie van Parijs-Tours. In augustus 2010 werd ik stagiair bij Topsport Vlaanderen. Die stage leidde uiteindelijk tot mijn eerste profcontract. De overgang naar de profs heb ik toen redelijk vlot verteerd. In het voorjaar van 2011 sukkelde ik met een knieblessure, waardoor mijn voorjaar in het water viel. Een paar weken na mijn terugkeer volgde het hoogtepunt van mijn eerste jaar als profwielrenner. Op het Belgisch Kampioenschap in Hooglede werd ik derde achter Gilbert en Meersman. Een fantastisch moment, want dat was eigenlijk een thuiswedstrijd. De jaren bij Topsport Vlaanderen zal ik altijd koesteren. De ploeg bestond grotendeels uit West- en Oost-Vlamingen, wat het groepsgevoel enorm ten goede kwam. Ik heb veel bijgeleerd en ben de ploeg zeer dankbaar voor de kansen die ze mij gegeven hebben. Dankzij hen ben ik als renner kunnen groeien.”

“Walter Planckaert was de ideale mentor. Ik ben meestal stil en luister naar wat er gezegd wordt. Alles wat ze meegeven als raad vang ik op en pas ik op mezelf toe. Walter heeft mij zeer veel bijgebracht, zowel op sportief als op tactisch vlak. Het mooiste voorbeeld is Dwars Door Vlaanderen, editie 2014. Voorbij half koers was ik in de aanval met Niki Terpstra. Ik voelde mij enorm goed en wilde koste wat het kost vooruit blijven, dus deed ik met volle overgave het kopwerk. In de finale woog het aanvalswerk door en moest ik de kop van de koers laten gaan. Terpstra won de wedstrijd, ik finishte 54e. Na de koers vond het meest leerrijke gesprek in mijn carrière als wielrenner plaats. Samen met Walter heb ik lang gepraat over het verloop van de wedstrijd. Het kwam neer op het feit dat ik als renner veel te gretig ben en met mijn krachten gooi. Andere renners profiteren hiervan en in de finale kom ik dan te kort. Met die les in het achterhoofd heb ik datzelfde jaar Parijs-Tours gewonnen en het jaar nadien Dwars door Vlaanderen. De winst in Dwars door Vlaanderen was de mooiste overwinning uit mijn carrière. Er waren veel supporters en de start- en aankomstplaats liggen niet ver van Staden. Dat maakte de overwinning nog zo speciaal.”

Voorjaar, sprinttrein en Grote Ronde

Jelle Wallays: “Voor volgend jaar kijk ik, naast het voorjaar, het meest uit naar de wedstrijden waarin ik de sprinters in de ploeg kan bijstaan. Bij Lotto Soudal zal ik een specifieke rol krijgen in de sprinttrein. Vorig jaar kon ik weinig betekenen toen het op een sprint aankwam, dat zal volgend jaar gelukkig anders zijn. Ook mijn eerste Grote Ronde is iets om naar uit te kijken; ik ben ervan overtuigd dat het mij sterker zal maken. Na de eerste ontmoeting met de ploeg kreeg ik onmiddellijk het gevoel dat ik in de groep aanvaard werd; dat is een leuk gevoel en geeft vertrouwen voor komend seizoen. In de jeugdcategorieën waren de meeste van mijn Lotto Soudal-ploegmaten concurrenten. Ik ken ze dus al een beetje, maar nog niet als ploeggenoten. Met hetgeen ik tot nu toe gezien heb, heb ik er alle vertrouwen in dat de overstap naar Lotto Soudal een goede keuze is geweest.”

Op bezoek in de fietsenwinkel van Philippe Gilbert in het mondaine Monaco

PROCYCLESHOTSwouterroosenboom2702 Een palmares om trots op te zijn – met als speerpunt de wereldtitel in Valkenburg anno 2012 – maar Philippe Gilbert blijft ambitieus. Zijn passie voor de fiets deed hem overstag gaan om in zijn thuisbasis Monaco een bike store te openen. Maar het mondaine oord matcht niet met de spirit van Phil. De wielerkampioen uit Aywaille verkoopt fietsen in alle maten en gewichten, en vooral, in elke prijsklasse. 

Monte Carlo is veruit het meest bekende district in het Prinsdom Monaco. De store van Phil situeert zich iets lager in ‘La Condamine’, wellicht het meest trendy shoppinggebied aan de Franse Riviera. ‘The Bike Shop – by Philippe Gilbert’ situeert zich in de ‘Rue des açores’ om precies te zijn, een klein en smal straatje dat uitloopt op de fantastische haven. Op de achtergrond pronkt ‘Le Rocher’, de immense rots waar je het domein van Prins Albert en Prinses Charlene terugvindt en waar ook Gilbert een stulpje heeft gekocht. Om de shop te bezoeken vind je beter een parkeerplekje buiten het centrum, want zeker in de Rue des Açores geraak je je wagen nauwelijks kwijt. De gevel van Gilberts fietsparadijs is begot vijf meter breed, maar er zijn maar weinig bike shops die zich qua stijl en decoratie kunnen meten met dit pareltje.

De zaak is volledig ontworpen naar de stijl van zijn grote baas. Het uitstalraam toont een van de nieuwste PROCYCLESHOTSwouterroosenboom2707BMC-modellen. Achter de toonbank, en eigenlijk overal waar je kijken kunt, duiken portretten en karikaturen op van Philippe Gilbert zelf. Van zijn Belgisch kampioenschap in Hooglede-Gits bijvoorbeeld, en natuurlijk van zijn regenboogglorie in Valkenburg. “Phil wilde eigenlijk niet te veel van zichzelf aan de muren; hij is daar een beetje te verlegen voor”, grapt Christophe Carette. De voormalig Franse amateurrenner is een voormalige trainingsmakker van Gilbert, toen die nog in zijn ouderlijke thuishaven Aywaille woonde, en intussen een vriend des huizes. Carette herschoolde zich tot fietsmecanicien, ruilde het druilerige Noord-Franse Valenciennes voor een leven tussen glitter en glamour en runt sinds juni 2013 Phils bike shop in Monaco.  “Hij doet mijn zaak draaien”, komt Gilbert tussen. “Hij ontvangt klanten, leidt gasten rond, geeft verkoopsadvies en repareert fietsen.” Maar Phil is meer dan alleen de kapitein aan boord. Wanneer hij niet aan het trainen is of in het buitenland op stage vertoeft, springt hij dagelijks binnen om de werkdag van zijn personeel wat te verlichten. “Het is altijd het eerste wat ik doe als ik terug thuis komt”, lacht de maestro.  Zijn vrouw Patricia, een Nederlands Limburgse, staat in voor de administratie en houdt vanuit de achtergrond een oogje in het zeil als Phil verstek moet geven.

PROCYCLESHOTSwouterroosenboom2709Fietsen voor iedereen

Als je eens rondkijkt in de shop merk je meteen dat BMC een belangrijk merk is voor Gilberts business. De Zwitserse fietsfabrikant is alomtegenwoordig. “Omdat het Phils werkgever is natuurlijk, maar nog belangrijker: BMC is een product van wereldklasse. Het is van uitstekende kwaliteit en heeft een bepaalde uitstraling”, zegt Carette. “Maar één merk kan een fietsenwinkel niet tot een succes maken”, voegt Gilbert toe. “Wij bieden dus zeker ook andere merken aan, zoals Pinarello”, zegt Carette. “En we repareren ook alle merken, zelfs als de fiets niet in onze winkel is gekocht. Op die manier proberen we nieuwe klanten te overtuigen om hun nieuwe fiets bij ons te kopen en niet aan de overkant. Service is zeer belangrijk. We willen alle klanten tevreden stellen door hen hetzelfde kwalitatief advies te bieden, of ze nu 10.000 euro of slechts 800 euro besteden. Wanneer mensen vertrekken met een glimlach op hun gezicht, zullen ze terugkomen. Fietsers zijn vaak competitief ingesteld, net zoals Phil dat ook is. Altijd streven naar het hoogste en het beste. Dat geeft een professioneel imago aan ‘The Bike Shop’. ”

Lewis Hamilton

Racefietsen zijn goed voor 80 procent van de omzet, maar Gilbert verkoopt ook mountainbikes. Niet om tussen de Monegaskische high society te crossen, maar om de regio te verkennen. “Veel bikers trekken naar de bergen of naar de buurt net voorbij de Frans-Italiaanse grens”, legt Carette uit. ‘The Bike Shop’ wordt steeds populairder langs de Franse Rivièra, wat resulteert in uitstekende referenties. Ook e-bikes van Stromer, een Zwitsers kwaliteitsproduct, zijn een belangrijk element voor Gilberts Bike Shop. “We hebben hier geen toeloop van gekke fietsfanatici zoals in Vlaanderen”, verwijst Gilbert meteen naar eigen land. “Hier komt een divers publiek. Soms informeren Russen over de nieuwste BMC-fietsen en betalen 10.000 euro zonder daar verder over na te denken. Ze gaan er niet eens mee fietsen, die bikes dienen enkel om mee te flaneren aan Port Hercule. Maar er zijn ook gewone mensen die een bezoek brengen aan onze winkel. Mensen die ook maar 1.500 euro per maand verdienen. Ze vormen een minderheid in Monaco, maar ze bestaan. Daarom bieden wij ook racefietsen voor minder dan 1.000 euro.”

PROCYCLESHOTSwouterroosenboom2719Eddy Merckx

En natuurlijk zijn er een aantal beroemde pro riders onder de klanten. Carette noemt een aantal van hen. “Alexandre Vinokourov, Simon Gerrans, en ook Davide Rebellin. Zelfs Formule 1-coureurs als Lewis Hamilton en Jenson Button komen hier om een ​​nieuwe fiets op de kop te tikken. Professionals zijn een perfecte showcase. Maar een van de meest bekende stamgasten is zonder twijfel over Eddy Merckx, ’s werelds grootste wielrenner ooit. ”

 

Fotomateriaal: Wouter Roosenboom / Procycleshots